Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 mei 2025


Hij was blij, en zij kwam nader, zeggende vol bewondering: "het was of dat er ne reus on 't maaien was." "Mak is rieke?" zei Pallieter en hij duwde zijn gezicht in de malsche bloemen. "Ze zijn vor ij," juichte Marieke stil. "Ik riek er oe zieltjen in, och kom" en hij nam de bloemen in zijn arm en zag haar dankend aan. Hij voelde zich als een kind.

Terwijl hij vele handen dankend tot zich uitgestrekt zag en de arme lieden nog een aanmoedigend teeken deed, riep hij tot den koetsier: "De zweep op de paarden! Naar Bolderhout met allen spoed! Zet mij af bij het kasteel van mevrouw Van den Heuvel." Lang bleef hij denkend. Waarschijnlijk overwoog hij, hoe het gerecht, om de schuldigen te kunnen treffen, ook nu en dan onschuldigen moet doen lijden.

Daar valt een grooter pakje voor zijn voeten neer; een lachende dame heeft het uit 't opengeschoven zijkamervenster geworden. Even dankend zijn hoed oplichtend "für das Abendbrot", de Oempah blijft bij al zijn tekortkomingen toch een hoffelijk man, raapt hij het op, al klinkt daardoor het: Und doch so fé-hérn! ellendig valsch en uit de maat.

De echtgenoot vond zulks waarschijnlijk geheel overbodig, want toen zij een half uur later uitstapten, deed hij zulks zonder boe of ba te zeggen of ons met een blik te verwaardigen, terwijl zij dankend boog. Dit kleine lesje in westersche beleefdheid jegens het schoone geslacht viel schijnbaar niet in goede aarde.

'k Heb dikwijls water uit een bron Met meerder smaak gedronken, Dan ooit de wijn mij geven kon, Bij bekers ingeschonken. En is de dag voorbijgegaan, Zie ik den avond rijzen, Dan hef ik eens een liedjen aan Om mijnen God te prijzen. Nu lieve kinders, leeft als ik, Verblijdt u in Gods zegen! Zeg dankend ieder oogenblik, Wat heb ik veel gekregen! Welk een lief en aartig liedjen!

Wij leefden getweeën gelukkig in eere en in deugd; wij beminden elkander, dat weet gij, Heere God, die ons ziet! Wij stonden vroeg op om te werken en 's avonds aten wij, U dankend, het zuur gewonnen brood van den dag. Ik ga naar den koning; ik zal hem verscheuren met mijne nagelen. Heere God, wij hebben niets misdaan! Maar de cipier kwam binnen en zei dat ze moesten vertrekken.

En waar u zulk een kroon of krans gereikt wordt, daar legt ge die eerbiedig en dankend op het altaar van Hem neder, die u de talenten en de eere en de genade schonk, om alzoo uw broederen te dienen. Een heel andere kroon wacht u na uw ingang in het Huis onzes Gods daarboven. Een kroon, die u ook gereikt wordt, maar dan door den rechtvaardigen Rechter.

Toen sprak Nijdhod: "Geen woord, Weland, heeft ooit mij heftiger getroffen, geen woord wensch ik zoo streng te straffen als dit." Maar lachend vloog Weland de lucht in. Nijdhod stond, en staarde hem na, vernietigd van smart. Daarop zeide de koning: "Dankraad, gij wiens raad ik zoo dikwijls dankend aanvaardde, ga, en ontbied de blonde Bodwild hier. Ik wil haar verhooren."

Lieflijk was de zomer, zonder hagel, En de vroegrijpe airen tierden welig; 't Najaar kwam, maar zijn getemperde adem Liet de halmen vol en ongeschonden, En zij ruischten voort als gouden golven! Toen boog Pavo dankend neêr, en zeide: "God heeft ons beproefd, maar niet verlaten!" Dankend boog de vrouw ter neêr, en zeide: "God heeft ons beproefd, maar niet verlaten!"

Die zoete balsemgeuren van het pas ontloken groen; dat liefelijk gekweel der vogelen; die koesterende stralen der vriendelijke zon: alles kan men genieten, al dat schoon met onverzadelijke graagte genieten; stom van verrukking in aanbidding vertoeven; nogmaals die lucht inademen; nogmaals de handen dankend ten hemel heffen, maar spreken.... neen spreken kan de sterveling in zulke oogenblikken niet.

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek