United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


Lieflijk was de zomer, zonder hagel, En de vroegrijpe airen tierden welig; 't Najaar kwam, maar zijn getemperde adem Liet de halmen vol en ongeschonden, En zij ruischten voort als gouden golven! Toen boog Pavo dankend neêr, en zeide: "God heeft ons beproefd, maar niet verlaten!" Dankend boog de vrouw ter neêr, en zeide: "God heeft ons beproefd, maar niet verlaten!"

Het derde kind, ook meisje, maar iets ouder, veertien of vijftien jaar, lijkt naast de twee andere abnormaal vet, een meisje met vroegrijpe vormen. De meneer, die met de drie meisjes opkomt heeft niets buitengewoons. Hij is in gewoon wandelkostuum, draagt op de borst een ridderorde. Het is de vader, de voogd, de impresario, de dresseur der kinderen.

Dit buitensporig geslachts-onderscheid vertoont zich evenzeer in een opvallend vroegrijpe ontwikkeling. Onze kleine kinderen, de zuigelingen, vertoonen reeds kenteekenen van geslacht in uiterlijk en kleeding, wanneer de jongen van andere schepselen nog zuiver geslachtloos zijn. Wij merken deze vroegrijpheid verheugd op. Wij zijn er trotsch op.

Zoo'n omgang was voor het zwakke en vroegrijpe kind een school van overgevoeligheid, gelijk ook de verdere opvoedingswijze van vader Isaac. Zoodra Jean Jacques lezen kon hoe hij 't leerde wist hij zich niet te herinneren toog zijn vader met hem aan 't lezen van de romans die Suzanne had nagelaten; verhalen vol valsch pathos en opgeschroefd gevoel.

Deze woorden schijnen zoowel te gelden voor de niets minder dan vroegrijpe individuën, als ook voor de langzame wijze waarop de geheele natie tot rijpheid en eenheid kwam, en voor de bemoeiingen van ieder hunner in het bijzonder. Overal in de Engelsche geschiedenis stoot men op langwijlige, diep wortelende en zich slechts langzaam baanbrekende processen.

Weder kwam de lente en smolt de sneeuwlaag, 't Land werd slijk en half het zaad verrotte. Met den zomer woedden hagelstormen, Die de vroegrijpe airen half verwoestten, 't Najaar kwam met zijn bevriezende' adem, En het luttel overschot verwelkte! Pavoos gade sloeg zich op de borsten: "Pavo!" kreet ze, "ellendigste aller menschen! Laat ons sterven! God heeft ons verlaten!

Kalinina vertelde hoe dat kind een jaar geleden van de straat opgeraapt was geworden, haar moeder was een prostituée en het vroegrijpe, begaafde kind dreigde verloren te gaan in afschuwelijke ontucht.

Met den zomer woedden hagelstormen, Die de vroegrijpe airen half verwoestten; 't Najaar kwam met zijn bevriezende' adem, En het luttel overschot verwelkte! Pavoos gade ontrukte zich de hairen: "Pavo!" kreet ze, "ellendigste aller menschen Grijp uw staf! wij zijn van God verlaten! Hard is beedlen, harder nog verhongren!"