Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juli 2025


Toen sprak Nijdhod: "Geen woord, Weland, heeft ooit mij heftiger getroffen, geen woord wensch ik zoo streng te straffen als dit." Maar lachend vloog Weland de lucht in. Nijdhod stond, en staarde hem na, vernietigd van smart. Daarop zeide de koning: "Dankraad, gij wiens raad ik zoo dikwijls dankend aanvaardde, ga, en ontbied de blonde Bodwild hier. Ik wil haar verhooren."

Toen Bodwild gekomen was, zeide de koning: "Is het waarheid, Bodwild, wat Weland mij zeide? Waart gij te zamen met hem?" En Bodwild sprak: "Het is waarheid, koning, wat Weland u zeide. Wij waren te zamen, alleen. Ach, had ik toch nooit dat nooduur beleefd! Maar ik deed het ontwetend, deed het onwillend, ik kon niet weerstaan, kon Weland niet weren." Helgi, Zwaardwachts zoon

Wie na u komen zullen méér burchten bezitten, en grooteren roem verwerven: op snelle schepen zullen zij over de wereld zeilen, en overal de teekenen toonen, die het zwaard hun bloedig sloeg" De Welandsage Er was een koning in Zweden, die Nijdhod heette. Twee zonen had hij, en ene dochter, wier naam Bodwild was. Ook leefden daar terzelfder tijd drie tooverkundige bergbewoners. Zij waren broeders.

En toen Bodwild wakker werd, ging zij weenende heen van haar verleider, bevend voor haars vaders wraak, en bang, dat Weland zou ontvluchten. Koning Nijdhod had langen tijd tevergeefs op zijn zonen gewacht. Hij lag op een bank in de groote zaal van zijn paleis, en peinsde.

Overweldigd door het vele bier, dat Weland haar deed drinken, viel Bodwild weldra, dicht tegen hem aan, in slaap. Toen juichte Weland: "Nu heb ik alle wandaden gewroken, behalve één. Maar ik zal mij nog wel hoog verheffen boven de schurken, die mijn pezen doorsneden." Heftig begon hij te hameren en smeedde zich vleugels.

De koningin, die buiten stond, zag hen aankomen en zij zeide tot zichzelf, terwijl zij naar binnen ging: "Het ziet er niet goed uit, voor wie daar uit het woud komt." Nijdhod gaf den gouden ring, dien hij uit Welands woning medegenomen had, aan zijn dochter Bodwild ten geschenke. Zelf echter behield hij het scherpe zwaard dat aan Weland had toebehoord.

Maar hun schedels zette ik in zilver, en zond ze aan Nijdhod, maakte van hun oogen edelsteenen, voor de sluwe moeder een schitterend geschenk, en smeedde uit de tanden van haar twee broeders een blinkend sieraad van Bodwilds borst. En Bodwild zelf, uw beider eenige dochter, gaat en draagt mijn kind."

Maar hun schedels zette hij in zilver en zond ze aan Nijdhod, maakte van hun oogen edelsteenen, voor de sluwe moeder een schitterend geschenk, en smeedde uit de tanden van haar twee broeders een blinkend sieraad voor Bodwilds borst. Korten tijd daarna gebeurde het, dat de gouden ring, waarmede Bodwild pronkte, brak.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek