Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Hij slobberde heelemaal naar binnen, als altijd met de handen in zijn zakken, duwde de deur met een achteromstoot van zijn elleboog dicht en schreeuwde toen dadelijk, mij bij de kisten ziende: «Heere Jezus, ze leeft nog; nou hoor, da's een taaie."

Een nijdig, langdurend gebel is van een beertje. Maar onder de dekens heb ik meer geduld dan zij. Eerst om één uur schoot ik er uit. Na een ontbijt van brood, thee en een gepofte haring, ben ik aan het werk gegaan. Onaangenaam aan het werk. Er was geen tabak in den pot. Tegen vijf uur kwam Lou thuis van de snijkamer. "Wat breng je daar mee?" "Da's mijn geheim." "Toch geen praeparaat?"

"Hoe komt dat dan zoo?", hield de boer aan, de leidsels in de eene hand, 't mes bij de andere. "Ik ben van den toren gesprongen," lei Pieter uit, lang-gerekt geeuwend, zwaar-kakend geeuwend als 'n uitgeputte hongerlijder. "Zoo," antwoordde de boer ongerust straks had-ie 'n gek, 'n losgebroken gek naast zich zitten: "Zoo ben jij van 'n tóren gesprongen? Wel man da's héél knap."

Flitz komt weer op de hoogte; bijt zich op de lippen, en grijpt bij abuis het glas van Doortje, dat hij in één teug ledigt. Een intermezzo klinkt; "Hi hi hi! da's mijn glas."

"Ja, 't laatste stuk dat geheschen moest worden is binnen." "Dan zal ik mijn spion weer uitsteken." "Doe u 't gerust. U wordt vriendelijk bedankt." "Slaap u hier vannacht?" "Mijn vrouw hoopt met de alkoof klaar te zijn tegen den avond." "Zoo, zoo! Anders in lang niet bewoond geweest." "Da's treurig," zei Hen, met een opkomen van z'n ouden spot tegenover het babbelziek manneke.

Het licht zifte door den vallenden regen, en nu was 't goud, dat er viel, allemaal boonen goud. Pallieter keek zijn oogen uit. "Da's manna!" zei hij, en hij wierp zijn kop achteruit, opende den mond en liet er de gouden droppelen invallen. En daar kwam weer een straal, en ginder nog een en 't was alsof de eerste frissche, groene Lente met gauwte terug gekomen was.

De neven Gliekke en Vos, die soms komen logéren, praten altijd over zaken en politiek; da's vervelend. Neen, Barend is meegaande; en wie zal zeggen dat hij niet evengoed als Van Saffelen eenmaal verkoopingen zal kunnen houden en testamenten maken; wel zeker, evengoed; en het meisje beklagen dat zijne vrouw wordt.... neen, dat zal ik in 't geheel niet."

Oprijje jij daar! Je weet wel, dat je hier niet mag blijven staan!" Maar in groote groepen hokt het volk rondom de herberg. Een man komt aanrennen. Hij heeft een dik rood gezicht, draagt een wit wambuis. Opgewonden tikt hij tegen de ruiten der deur. Hij fluistert met den herbergier. De deur gaat open. De deur gaat dicht. Even ziet het volk een wit, klein lichaam. "Da's de vader!" "Ach Jezus!"

Doch uit de verte klonk herhaaldelijk blekken horen-getoet. "Da's Charlot die blaast veur 't kinderbed!" juichte Pallieter, en hij trok zijn schoenen uit, en begost te loopen zoo hard hij maar kon. Het horengetoet bleef maar klinken, draaide van het oosten naar het westen, en 't wilde maar niet ophouden. Pallieter spoedde zich des te meer.

"Dag moeder," zei Krijn en hij stapte de deur uit naar het huisje van Jaap. "Ik ga niet mee," zei Bart nu bedrukt. ", mag je niet, da's gemeen," was 't antwoord, "je hoeft toch niet op je zusje te passen." "Moeder is niet thuis vandaag," antwoordde Bart. "Nou, je grootje is er toch. Wat zou dat? Kom ga maar mee!"

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek