United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij was in 't feestelijk, blinkend satijnen zwart met matte boonen; haar jak had nog groote hespenmouwen, en haar rok was vloeiig lijk een wolk; op heure nieuwe zwarte bindersmuts waggelden, aan een busseltje stijve pennen, botergele bollekens. Zij droeg aan den arm een groen blekken emmerken, van binnen rood, waarin peerkens, pruimen en korentenboterhammen lagen en een bruine bierflesch stak.

Binst dat Verlinde nu met de beenen uitgestrekt en de handen diep in de broekzakken te blekken bleef, ontstak Trezia het oliepitje en haalde zijne zondagsche kleeren uit de kast en legde ze open in de kamer op het pronkbed.

Maar dat 't inwendig zoo erg niet was, durfden ze niet openlijk bekennen. Vandoorn raadde het zoo, en zonder nog naar overgang of naar uitleg te vragen: Baas, nog drie pinten! op de herstelling van den vrede! Dat blekken heeft nu om den drommel lang genoeg geduurd! Geen van beide boeren dorst zich achteruit trekken en ze tikten de drie glazen tegeneen, maar zonder malkaar te bezien.

Hare kin begon te trillen en ook hare beide handen beefden, en haar hals rok ze uit, de bruine pezen toonend boven hare witte krage, tusschen de blinkende oorbellen schijnbaar bruiner nog. Hare stemme steeg uit lage diepten, werd koortsig en sidderde, schoot weg in klaterende klanken en schorrelde thoope, lijk een pak blekken schervels, droge en ruig. Maar nu sterft Wiezeken?

Pallieter zette zich in het gers, nam de vuile gekrolde kaarten op, onderstak ze, en verdeelde. Daar waren ze nu aan 't spel, aan 't wippen, en zij vloekten, sakkerden en riepen alsof er heel de wereld van afhong. Dat duurde zoo een volle geslagen twee uren, tot de zon ging zakken, en ondertusschen dronken zij van den brandewijn, dien de herder in een blekken busken op zak droeg.

En Verlinde was kwaad omdat er niet meer geruchte was, omdat de dingen zoo lam hingen, zonder hitsigheid als zij hier getweeën over malkaar zaten te blekken. Hij rochelde luide 't speeksel door zijne keel en trommelde met zijnen stok op tafel. Vanhoutte rookte genoeglijk, gerust en blies met welbehagen, stilden rook in kringetjes door zijne lippen.

Doch uit de verte klonk herhaaldelijk blekken horen-getoet. "Da's Charlot die blaast veur 't kinderbed!" juichte Pallieter, en hij trok zijn schoenen uit, en begost te loopen zoo hard hij maar kon. Het horengetoet bleef maar klinken, draaide van het oosten naar het westen, en 't wilde maar niet ophouden. Pallieter spoedde zich des te meer.