Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Een nijdig, langdurend gebel is van een beertje. Maar onder de dekens heb ik meer geduld dan zij. Eerst om één uur schoot ik er uit. Na een ontbijt van brood, thee en een gepofte haring, ben ik aan het werk gegaan. Onaangenaam aan het werk. Er was geen tabak in den pot. Tegen vijf uur kwam Lou thuis van de snijkamer. "Wat breng je daar mee?" "Da's mijn geheim." "Toch geen praeparaat?"
"Krek, krek!" zei Dorus: "wie duuvel het heur in 't heufd gebloazen um doar te goan zitten, krek op 't schoftuur! We zullen d'r leeren! Hei Beertje!" riep hij harder: "hier zin we; gêf 't moal moar hier."
"Wat heeft hij toch?" riepen de bohémiens, over die taal verwonderd, uit. "Kijk maar," zeide Schaunard; "deze brief is van Phémie. Dat is haar onderteekening." Schaunard liet den brief van zijn vroegere maîtresse circuleeren. Deze begon met de woorden: "Mijn lief, dik beertje," "Dat lief, dik beertje ben ik," zeide de huisheer, die vergeefsche pogingen deed om op te staan.
In den hoek van 't koornveld ter linkerzijde was alreeds met maaien een aanvang gemaakt; 't waren Dorus en Harmen die er maaiden, en Griet was aan 't busselen. De klok sloeg twaalf. Met twee rood eerden pötjes, oan hengseljes van touw kwam 'en dernje van 'en joar of acht den darpskant af, 't wêgsken op en g'liek weg noar den boom toe. "Doar hei'j Beertje," riep Dorus: "Kom Griet, goaj mee?
Ik was juist van plan te verdwijnen, toen mijn oog op een klein dreumesje viel met een groot boek in de armen, en dit deed mij nog even wachten. "Ik zoek mijn Beertje," zei het alikruikje, haar boek met een slag op den grond gooiend en op hem toeloopende.
Dag Harmen. Et ze met smoak!" "Van 's gelieken," zei Harmen, en Harmen koos zijn weg naar 't boerenerf met de hooibergen en 't uiversnest, en Dorus en Griet die moar arbeidsminsen woaren liepen 't elzenhout langs, toen links, en volgden Beertje naar den kant van den iepeboom. Wa'n knappe meid die Griet! Harrejennig; 'en meid as 'en bellefleur, zoo vast, zoo rond!
"Gij zult uw Beertje hebben, kom maar, en laat hij u maar eens hartelijk pakken, mijn Tina," zei de professor, haar met een hartelijken lach opbeurende en zoo hoog boven zijn hoofd houdende, dat zij haar gezichtje bukken moest om hem te kussen.
En Beertje wendde zich om; zag Doris en Griet; kwam naar hen toe; overhandigde de aarden potjes; zei: "dag Griet, dag Doris:" en keerde in draf naar de afgelegen boerenwoning weder, waar de moeder van Dorus woonde. Griet woonde in Dorus buurt, en Beertje nam gern hun pötje mee. "'t Is twoalf," sprak Santje: "jong Kees, ik wiest niet dat 't al zoo loat was.
Daar nam hem de wolf de schaal af en bracht dien aan zijn meester. »Ziet ge, meester waard, nu heb ik brood, vleesch en groente, maar ik wil ook gebak hebben, zooals de koning het eet.« En hij riep den beer: »Beertje, je snoept wel eens graâg wat zoets, haal mij eens wat gebak zooals de koning het eet.« De beer draafde naar het slot, en iedereen ging hem uit den weg; maar toen hij bij de wacht kwam, legden zij zware geweren op hem aan, en wilden hem niet binnen laten gaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek