United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sherman was een lange, magere, oude man, met een blauwen bril op zijn neus. »Had u dat maar dadelijk gezegd," sprak hij, »een vriend van Mr. Sherlock Holmes is altijd welkom. Kom binnen, doch neem u in acht voor dien dashond, want hij bijt. U moet mij niet kwalijk nemen, dat ik eerst een weinig ruw tegen u was. Wat wenscht Mr. Sherlock Holmes van mij?" »Een hond." »O, dat zal zeker Toby zijn."

Gij zijt nu nog al eenigen tijd bij uwe zinnen geweest; maar het gezaag en het zottenspel gaan beginnen, eh? Dat staat daar als een uitverkochte kramer. Ik zou beschaamd zijn!" De gefolterde liefhebber stond van ongeduld te trappelen; hij sprak met bevende stem: "Den sleutel, zeg ik!" "Nu, nu," antwoordde hierop de vrouw lachend, "bijt mij maar niet. Dáár is de sleutel."

"Lieve tijd, Elsje, praat niet zoo ontzettend luid en kijk me niet zoo woest aan! Je moet heusch een beetje gaan letten op je manieren, kind. Je gedraagt je zoo allerakeligst burgerlijk! Neen, kijk nu niet het raampje uit, terwijl ik met je spreek en bijt ook niet zoo op je lippen. Die zijn waarlijk dik genoeg.

Wat was het een dikkerd." "Of hij dik was," zei Karel. "Akelig dik." "In deze bijt is niets meer te zien. Willen we naar die van den burgemeester gaan aan den overkant? Dat is ook eene groote bijt." "Mij goed," zei Karel. "Maar ik pak ze vast niet meer met mijne handen beet. Hu, wat een akelige beesten." "Je bent een bangerd, hoor!" spotte Jan. "Jij bent een held!" zei Karel. "Dat weet ik wel."

Waarom moet ik wachten, tot zulk een hond mij bijt, als ik hem vóór dien tijd met één slag dooden of in een val wurgen kan?" "Kent gij zulk een val voor zulk een menigte tramps?" "Ja, ik ken er een en wij moeten hen daarin lokken. Die coyoten komen om de kas leeg te plunderen.

"In elk geval zou ik hem niet loslaten, als ik hem eenmaal te pakken had," zei Jan. Zij liepen het kanaal over, en kwamen bij de bijt van den burgemeester. Hun eerste werk was ook hier het ijs van den laatsten nacht los te hakken en de schotsen op het ijs te trekken. Toen dat gebeurd was, keken zij in het water. "Ik zie er een," zei Karel. "Ik ook, wel twee," zei Jan.

Flitz komt weer op de hoogte; bijt zich op de lippen, en grijpt bij abuis het glas van Doortje, dat hij in één teug ledigt. Een intermezzo klinkt; "Hi hi hi! da's mijn glas."

Op 't modderijs van de gracht, bij de verzakkende loods, hakten ze 'n bijt, houwend met ros-glimmende bijlen. 't Water schoor op uit de spleten, de ijssplinters sprongen als sintels, rood en ros-steeprig verglijdend het ijspantser kreunde bij 't gemoker.

Dit wordt alles aanvankelijk voor spel gehouden, doch als het spel ernst blijkt, bijt Jeronimo zich de tong af en helpt daarna den vader van Lorenzo, die toeschouwer was, alsook zichzelf van kant, zoodat er maar een paar personen in leven blijven.

't Eerst gingen zij naar de bijt, die voor het huis van Dik Trom gehakt was. Het ijs van den laatsten nacht lag er nog in. Zij hakten het los en trokken de schotsen op het ijs. Toen keken zij in de bijt, en waarlijk, heel rustig lag daar een dikke paling op den bodem. "Kijk, kijk, daar ligt er een," zei Jan, die hem het eerst zag.