United States or Luxembourg ? Vote for the TOP Country of the Week !


Weer verder eischte hij plechtig eene verklaring van den teedersten aard, aldus uitgedrukt: "Ik hoop te hooren uit je mond Da' j' die Van Bavik aklig vond." terwijl het gedicht met het kunstmatige rijm besloot: "Ik ben hetgeen je misschien gist Hij die zich noemt, vriend Barend Flitz." Vrouwengeduld! Engelachtig geduld! Suze wij bewonderen het uwe.

De voorsteden van La Valette, Floriana, Burmole, Senglea en Borgo, zijn even druk als de stad. Men vindt er overal mooie gebouwen en openbare inrichtingen. Achter Senglea staat een groot gebouw, dat het huis wordt genoemd van Francisco da Cunha. Daar had de baljuw van Suffren een fabriek opgericht van katoenen stoffen, op het voorbeeld van die van Voor-Indië.

"Toe, jongens, nog 'n uurken, nog'n halfuurken, nog 'n koartierken binst da we 't scheun weer hèn, 'k zal ulder trekteeren mee nog 'n flassche," porde hij hen aan, nadat de zon, die heel den langen dag op de gebogen ruggen had gebrand, reeds lang in haar apotheose-luchtkasteelen van roode en gouden wolken onder den in vage schemering wegsmeltenden horizon verdwenen was.

"Mijnheer, mijnheer, mag ik mijne goesting eens doen?" vroeg de hovenier. "Ja, ik wensch dat men Jan Verhelst zijn ongeluk doe vergeten." "En indien het al eenige franken moest kosten, mijnheer?" "Daar moogt gij niet op zien; ik geef u volle vrijheid." "Ha, ha, het zal er stuiven, morgen!" juichte da hovenier. "Hoera, hoera, leve Jan Verhelst!"

Deze rol wordt bijna ieder jaar door een andere inboorlinge gespeeld. Voor het tooneel van het Heilig Avondmaal heeft men zich noch Leonardo da Vinci's schilderij ten voorbeeld genomen, noch dat van een anderen meester, en het gevolg is, dat het Avondmaal op Hiwaoa ook zeer wezenlijk verschilt van de gewone opvatting.

"Wat is rook toch een mooi ding, !" zei Vogel.... "ach, Herr Gott, da fang ich wieder an sentimentalisch zu werden." Ze stapten weêr verder. Naast hen lag de baai blauw-uit, vlak gestrekt in zonnige rust. 't Water ebde.

Zij vloog naar 't achterhuis, beval het Geluw Meuleken spoedig melk te warmen. "'K ben blije, 'k ben toch zeu blije da 'k weere thuis ben," zuchtte hij, streelend haar hand nemend. "'K ben euk zeu blije," antwoordde zij ontroerd. Hij dronk zijn melk met smaak en een weeke glimlach gleed, vaag als een schim, over zijn bleeke lippen, terwijl zijn glazig-doffe oogen eventjes weer opleefden.

Ze bleven daar aandachtiger toezien, tot opeens een galei opdaagde van Paganino Da Mare , een beroemd zeeroover uit dien tijd, welke, toen deze de booten had bespeurd, zich daarheen richtte. Dezen konden zoo spoedig niet vluchten als Paganino die bereikte, waarin de vrouwen waren.

"Zegt dan liever rechtuit dat 'k zot geworden ben, of da 'k ne leugenoar of nen bedrieger ben!" toornde de oude boer. "Joa moar, boer, ge'n meugt ou nie kwoad moaken; 'k en wil ik nie kontroarie zeggen," suste Miel.

A's zoo al heel lank geduerd had, dan kwam er eens 'ene' keer enen ouwe soldaet van de' marmittenoorlog. Dië soldaet heette sterke Jan, en dien had gezéed in 'en herberg, dat hem veur 'ene' niet en 'ne niemendalle het leeg huis zou slapen, a's ze hem honderd gulden op veurhand wilde' geven. Den huisbaes die tege' Jan: Is waer? Derfde gij in datd huis slapen!