Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


En daar het gevogelte naast den vogel bestaat, zie ik niet in waarom de classieke tragedie niet tegenover de tragedie der ouden zou staan." Eens geviel het, dat Marius tusschen Enjolras en Courfeyrac de straat Jean Jacques Rousseau doorging. Toen nam Courfeyrac hem bij den arm en zeide: "Let nu op.

Enjolras, Courfeyrac en Combeferre behoorden tot degenen, die door de Bassompiere-straat waren gegaan, roepende: Naar de barricaden! In de straat Lesdiguières hadden zij een ouden man ontmoet, die voortging. 't Had hun aandacht getrokken dat deze goede man waggelde, alsof hij dronken was.

Hij wendde het hoofd om en zag in de straat St. Denis, aan het einde der straat Chanvrerie, Enjolras met een karabijn, Gavroche met zijn pistool, Feuilly met zijn sabel, Courfeyrac met zijn degen, Jean Prouvaire met zijn musket, Combeferre met zijn geweer, Bahorel met zijn snaphaan voorbijgaan, benevens de geheele gewapende onstuimige hoop die hen volgde.

Hij had van een jong advocaat, die gewoon was het gerechtshof te bezoeken, vernomen, dat Thénardier in zijn gevangenis buiten toegang was. Alle Maandagen liet Marius voor Thénardier aan de griffie der gevangenis La Force vijf francs bezorgen. Toen Marius geen geld meer had, leende hij van Courfeyrac vijf francs. Het was de eerste maal zijns levens dat hij geld ter leen nam.

De doolhof was reeds in 1847 verruimd en is waarschijnlijk op dit oogenblik geheel verdwenen. Zooals gezegd is, was Corinthe een der vereenigingsplaatsen van Courfeyrac en zijn vrienden. Grantaire had Corinthe ontdekt. Uit hoofde van het Carpe Horas was hij er 't eerst binnengegaan, en om de Carpes au Gras was hij er meermalen teruggekeerd.

De vereering van zijn vader was voor hem schier godsdienst geworden, en had zich gelijk alle godsdienst, tot diep in zijn ziel teruggetrokken. Er moest iets op den voorgrond zijn. De liefde kwam! Gedurende een geheele maand ging Marius dagelijks naar het Luxemburg. Wanneer het uur kwam, kon niets hem terughouden. Hij is in dienst, zei Courfeyrac. Marius leefde in verrukking.

Deze kocht de kleederen voor twintig francs. Men ging naar den horlogemaker. Deze gaf voor het horloge veertig francs. "Dat is zoo slecht niet," zei Marius tot Courfeyrac toen hij te huis kwam; "'t maakt met mijn vijftien, tachtig francs uit." "En de rekening van den huisheer?" merkte Courfeyrac op. "Ja, daar dacht ik niet aan," zei Marius.

Het adres was van een vrouwenhand en luidde: "Aan mijnheer, den heer Marius Pontmercy, ten huize van den heer Courfeyrac, straat Verrerie, No. 16." Hij brak het briefje open en las: "Mijn zeer geliefde! Mijn vader wil, helaas! dat wij terstond vertrekken. Van avond zullen wij in rue de l'Homme-Armé No. 7 zijn. Binnen acht dagen zijn wij te Londen. Cosette, 4 Juni."

Courfeyrac, onder anderen, die tot deze laatsten behoorde, had het paar eenigen tijd gadegeslagen, maar daar hij het meisje leelijk vond, had hij het zorgvuldig vermeden. Hij was als een Parth gevlucht na een bijnaam op haar te hebben afgeschoten. En deze bijnamen behielden beiden, omdat men hun ware namen niet kende.

Terwijl Courfeyrac bezig was met een weinig de herberg af te breken, poogde hij de weduwe herbergierster te troosten. "Beklaagdet ge u niet onlangs, moeder Hucheloup, toen men procesverbaal tegen u opmaakte, wijl Gibelotte uit het venster een bedkleedje had uitgeschud?" "Ja, mijn goede mijnheer Courfeyrac. Ach, goede God, wilt ge mij ook deze tafel op dat leelijke ding zetten?

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek