Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Maar Courfeyrac was een braaf jongeling. Onder de schijnbare overeenkomst van oppervlakkig verstand, was het onderscheid tusschen Tholomyes en hem zeer groot. In beiden school de man, bij dezen echter geheel anders dan bij genen. In Tholomyes een pleitbezorger, in Courfeyrac een dolend ridder. Enjolras was het hoofd, Combeferre de gids, Courfeyrac het centrum.

Maar tegelijkertijd werd hij schuwer dan ooit. Toen hij den schouwburg verliet, durfde hij niet naar den kouseband eener modiste zien, die over een goot stapte, en hij vond Courfeyrac schier afschuwelijk toen deze zeide: "Ik zou dit meisje wel in mijn collectie willen opnemen." Courfeyrac had hem genoodigd om den volgenden dag in het café Voltaire te ontbijten.

Maar hij ging alle dagen uit. Hij woonde meer op het Leeuweriksveld dan in de kamer van Courfeyrac. Zijn wezenlijk adres was dit: Boulevard de la Santé, zevende boom, voorbij de straat Croulet-Barbe. Dien ochtend had hij dezen zevenden boom verlaten en zich aan den kant der rivier der Gobelins nedergezet. De zon drong vroolijk door de frisch ontloken en glanzende bladeren.

De huisheer gaf de rekening, die dadelijk betaald moest worden. Zij bedroeg zeventig francs. "Dan blijven mij tien francs over," zei Marius. "Verduiveld," riep Courfeyrac, "zoo ge nu vijf francs moet uitgeven, terwijl ge Engelsch, en vijf francs, terwijl ge Duitsch leert, zult ge heel schielijk een taal geleerd, of heel langzaam een vijf-francstuk verteerd hebben."

Toch lieten zij van hem af. Er kwam een dag, waarop hij geen kleederen meer had. De broek alleen was draagbaar. Wat nu te doen? Courfeyrac, wien hij op zijne beurt eenige diensten had bewezen, gaf hem een oude jas. Marius liet dien voor dertig sous door een kleermaker-portier keeren, en hij had een nieuwe; maar het was een groene jas. Toen ging Marius niet dan des avonds uit.

Toch vroeg Courfeyrac hem op zekeren ochtend onverwachts: "A propos, hebt ge ook een politieke meening?" "Wat?" zei Marius door die vraag schier beleedigd. "Wat zijt ge?" "Democraat-Bonapartist." "De grijze kleur van de geruste muis," zei Courfeyrac. Den volgenden dag bracht Courfeyrac Marius in 't Café Musain. Daar fluisterde hij hem glimlachend toe: "ik moet u entrée bij de revolutie geven."

Zij kwamen van de kade Morland, zonder das, zonder hoed, buiten adem, doornat van den regen, met bliksemende oogen. Gavroche naderde hen bedaard. "Waar gaan wij heen?" vroeg hij. "Ga maar mede," zei Courfeyrac. Achter Feuilly ging, of liever, sprong Bahorel, als een visch in het water des oproers. Hij droeg een rood vest en sprak woorden die alles vernielden.

Deze wekelijksche vijf francs waren een dubbel raadsel, voor Courfeyrac, die ze gaf, en voor Thénardier, die ze ontving. "Tot wien gaan ze?" dacht Courfeyrac. "Van wien komen ze?" vroeg zich Thénardier af. Overigens was Marius bedroefd. Alles was wederom als in een valluik voor hem verdwenen.

Javert meende dat de jongeling, wiens naam hij niet onthouden had, bevreesd geweest en gevlucht was, of wellicht niet eens op 't oogenblik der hinderlaag te huis was gekomen; hij deed evenwel eenige pogingen om hem weder te vinden, die echter vruchteloos waren. Een maand verstreek, daarna een andere. Marius was nog altijd bij Courfeyrac.

Toen hij de trap weder afging, riep de portierster: "Mijnheer de Courfeyrac!" "Hoe heet ge, portierster?" hernam Courfeyrac. De portierster antwoordde met verbazing: "Gij weet immers wel, dat ik vrouw Veuvain heet." "Nu, zoo ge mij weder mijnheer de Courfeyrac noemt, zal ik u mevrouw de Veuvain noemen. Spreek nu, wat hebt ge mij te zeggen?" "Er is iemand om u te spreken." "Wie?" "Ik weet niet."

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek