Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Hij had geen wapen, en repte zich om niet achter te blijven, hoewel hij een peinzend voorkomen had. Gavroche zag hem: "Wie is hij?" vroeg hij aan Courfeyrac. "Een oud man." 't Was de heer Mabeuf. Verhalen wij wat gebeurd was. Enjolras en zijn vrienden waren op den boulevard Bourdon bij de magazijnen, op het oogenblik dat de dragonders een aanval hadden gedaan.

Die hooge afzetterijen hebben geen toekomst. Men kan het merk eener natie niet uittornen zooals men 't een zakdoek doet! Courfeyrac had een vader, dien men mijnheer de Courfeyrac noemde. 't Was een valsch begrip der burgerij tijdens de Restauratie in zake van aristocratie en adel, om aan het de nog waarde te hechten. Men weet dat het de volstrekt geen beteekenis heeft.

Recht is het volle recht. Neen, geen Charte!" 't Was winter; een groot vuur knapte op den haard. Dit was verlokkend en Courfeyrac kon er geen weêrstand aan bieden. Hij kreukte het arme Charte-Touquet in zijn vuist en wierp het in 't vuur. Het papier vatte vlam.

Geheel de troep opstandelingen was nog onder den indruk van dit zoo spoedig gevoerd en zoo haastig geëindigd proces, toen Courfeyrac in de barricade den kleinen jongen wederzag, die hem dien morgen naar Marius had gevraagd. Deze jongen, met dit stoutmoedig, onbezorgd voorkomen, had zich bij het vallen van den avond weder bij de opstandelingen gevoegd.

"Maar wie drommel volgt hij?" "Zeker een of ander jong dametje! hij is verliefd!" "Maar ik zie niets op de straat dat op een dametje gelijkt; zelfs geen vrouw." Courfeyrac keek en riep: "Hij volgt een man!" Inderdaad, een man met een pet op 't hoofd, en wiens grijzen baard men eenigszins kon onderscheiden, hoewel men hem slechts op den rug zag, ging een twintigtal schreden vóór Marius uit.

"Verzoek Courfeyrac dan om bij mij te komen," zei Marius. Courfeyrac kwam en de logementhouder verliet hem. Marius verhaalde Courfeyrac wat hij hem nog niet had medegedeeld, dat hij ouderloos en alleen op de wereld was. "En wat zal er dan van u worden?" vroeg Courfeyrac. "Ik weet het niet," antwoordde Marius. "Wat zult ge doen?" "Ik weet het niet." "Hebt ge geld?" "Vijftien francs."

Door zijn neiging voor afzondering, had hij er bepaald van afgezien, in het genootschap over te gaan, waar Enjolras presideerde. Overigens waren zij kameraads gebleven en bereid elkander bij gelegenheid op allerlei wijzen te helpen; meer echter niet. Marius had twee vrienden, een jongen, Courfeyrac, en een ouderen, Mabeuf. Hij helde het meest tot den laatsten over.

Een dier verheven aandoeningen van den mensch, die hem zelfs doen vergeten zich te verdedigen, beving de opstandelingen en zij naderden het lijk met eerbiedige ontzetting. "Wat mannen waren die koningsmoorders!" zei Enjolras. Courfeyrac fluisterde Enjolras in 't oor: "Ik zeg 't alleen aan u; ik wil de opgetogenheid niet verzwakken; maar hij was niets minder dan een koningsmoorder.

Bovendien had hij aan het einde der straat gekwetsten zien voorbijdragen, en hij zeide tot Courfeyrac: "Deze gekwetsten komen niet van ons." De hoop duurde niet lang, het licht verdween spoedig.

Eensklaps zag Bossuet Marius, die met een zonderling voorkomen in de richting der barrière ging. "Zie," zei Bossuet, "Marius!" "Ik heb hem gezien," zei Courfeyrac; "spreken wij hem niet aan." "Waarom?" "Hij is ingespannen." "Waarmee?" "Ziet ge 't niet aan zijn gezicht?" "Wat dan?" "Hij ziet er uit, alsof hij iemand volgt." "'t Is waar." zei Bossuet. "Zie welke oogen hij zet!" hernam Courfeyrac.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek