Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
Toen de twee barricaden voltooid waren en de vlag er van woei, droeg men een tafel uit de herberg, en Courfeyrac klom op die tafel. Enjolras bracht het vierkante koffertje en Courfeyrac opende het. Dat koffertje was vol patronen. Toen men de patronen zag, doorliep een rilling zelfs de moedigsten, en er ontstond een oogenblik stilte. Glimlachend deelde Courfeyrac ze uit.
Enjolras, die tot hiertoe gezwegen had, richtte nu het woord tot Courfeyrac. "Ge bedoelt de misdaad door de boete." Het woord "misdaad" overschreed alles, wat Marius, die reeds door de plotselinge oproeping van Waterloo bewogen was, dulden kon.
Gij, Courfeyrac, spreek met de polytechnici. 't Is vandaag hun uitgaansdag; Woensdag. Gij, Feuilly, zult die der Glacière spreken, niet waar? Combeferre heeft mij beloofd naar Picpus te zullen gaan. Daar is een heerlijk gekrioel. Bahorel zal de Estrapade bezoeken. De metselaars verflauwen, Prouvaire; ge moet ons tijding brengen uit de loge van de straat Grenelle-Saint-Honoré.
Courfeyrac legde en rangschikte op eenige straatsteenen, welke hij bij zich had gehouden, naast Enjolras, een geheel arsenaal: zijn stokdegen, zijn geweer, twee ruiterspistolen, een dolk, met de zorgvuldigheid van eene jonge dame, welke haar nécessaire in orde brengt. Jean Valjean zat stom tegen den muur over hem.
Hoezeer hij overigens ook in zijn treurige overpeinzingen verdiept was, verhinderde hem dit niet, bij zich zelven te denken dat de schooier met wien Jondrette sprak, zeer veel op een zekeren Panchaud, bijgenaamd Printanier, of Bigrenaille, geleek, dien Courfeyrac hem eens gewezen had en die in de buurt voor een zeer gevaarlijk nachtzwerver gehouden werd.
Courfeyrac, wien hij niets toevertrouwde, dit was zoo zijn aard, maar die bijna alles begreep, dit was ook zoo diens aard, was begonnen hem met zijn verliefdheid geluk te wenschen, waarover hij zich elders verbaasde; maar toen hij Marius tot zulk een zwaarmoedigheid zag vervallen, zeide hij tot hem: "Ik zie, dat ge niets dan een ezel zijt geweest. Kom, ga mede naar la Chaumière."
De jeugd is het seizoen van rassche aaneenhechting en heeling. Bij Courfeyrac ademde Marius vrij, iets dat hem geheel nieuw was. Courfeyrac ondervroeg hem niet. Het kwam hem zelfs niet in de gedachte. Op dien leeftijd zegt het gezicht dadelijk alles. Woorden zijn onnoodig. Van menig jongeling zou men kunnen zeggen dat zijn gelaat spreekt. Men ziet en kent elkander.
Toen Marius met Gavroche op zijn armen in de barricade terugkwam, was zijn gezicht, evenals dat van den knaap, met bloed overstroomd. Juist toen hij bukte om Gavroche op te nemen, had een kogel zijn hoofd geschampt, zonder dat hij er iets van bespeurd had. Courfeyrac deed zijn das af, en verbond er Marius' hoofd mede.
Kom bij mij, waar ik ook wezen mag!" Nu was Marius als geheel uit den droom ontwaakt. Hij was tot de werkelijkheid teruggekeerd. Hij zeide tot Cosette: "Met u reizen! zijt ge dwaas! Daartoe is geld noodig en dit heb ik niet. Naar Engeland gaan? Maar ik ben, ik weet niet juist, aan Courfeyrac, een mijner vrienden dien gij niet kent, reeds meer dan tien louis schuldig.
Dit alles was zoo snel in zijn werk gegaan, dat het gedaan was eer men er buiten de herberg iets van gemerkt had. Javert had geen kreet gelaten. Toen men Javert aan de kolom zag gebonden, kwamen Courfeyrac, Bossuet, Joly, Combeferre en de mannen, die zich tusschen de barricaden bevonden, toeloopen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek