Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


Die schepseltjes zijn zoo kwaad niet, Marius. Zoo ge haar blijft ontvluchten en steeds voor haar bloost, zult ge een wild dier worden. Een andermaal ontmoette Courfeyrac hem en zeide: goeden dag, mijnheer de abt! Wanneer Courfeyrac hem derwijze had toegesproken, vermeed Marius acht dagen lang meer dan ooit zoowel de oude als jonge vrouwen, en Courfeyrac op den koop toe.

Onder de voorbijgangers, die zich gevoegd hadden bij den troep welken Enjolras, Combeferre en Courfeyrac aanvoerden, was iemand in 't buis van een sjouwer, dat aan de ellebogen versleten was, die allerlei gebaren maakte, vloekte en het voorkomen van een woesten dronkaard had.

"Wat hebt ge met uw hoed gedaan?" vroeg Bossuet. "Zij hebben hem mij ten laatste met kanonskogels afgeschoten," antwoordde Courfeyrac. Of zij hielden trotsche redenen. Combeferre antwoordde slechts ernstig en glimlachend: "Er zijn lieden, die de wetten van eer beschouwen, zooals men de sterren beschouwt, zeer uit de verte."

Het hooge huis achter de barricade, dat naar het oosten stond, had een rooskleurigen weerschijn. Aan het venstertje der derde verdieping speelde de ochtendwind met het grijze haar op 't hoofd van den doode. "Ik ben blij, dat men de flambouw heeft uitgedaan," zei Courfeyrac tot Feuilly. "De in den wind flikkerende vlam verveelde mij. Zij scheen bang te zijn.

De man met de rijzige gestalte, dien Courfeyrac, Combeferre en Enjolras hadden opgemerkt, juist toen hij zich aan den hoek der Billettes bij den hoop voegde, werkte aan de kleine barricade en maakte er zich nuttig. Gavroche werkte aan de groote.

Een andere had Courfeyrac reeds op den grond geworpen, die hulp riep. De grootste van allen, een soort van reus, liep met gevelde bajonnet op Gavroche toe. De straatjongen nam het groote geweer van Javert in zijne kleine armen, legde moedig op den reus aan en drukte af. Geen schot! Javert had zijn geweer niet geladen. De municipale garde lachte luidkeels en stak met zijn bajonnet naar den knaap.

Courfeyrac en anderen hadden hem twee of driemaal aangesproken, hem voor het gevaar gewaarschuwd en vermaand zich te verwijderen, zonder dat hij hen scheen te hooren. Wanneer men niet tot hem sprak, bewogen zich zijn lippen alsof hij iemand antwoordde, maar richtte men het woord tot hem, dan werden zijn lippen bewegingloos en zijn oogen hadden niets levendigs meer.

Eensklaps zag Courfeyrac iemand, onder aan de barricade, buiten op de straat, in den kogelregen. Gavroche had een flesschenmand uit de herberg genomen, was door de snijding uitgegaan en rustig bezig met de volle patroontasschen der voor de barricade gesneuvelde nationale garden in zijn mand te ledigen. "Wat doet ge daar?" vroeg Courfeyrac.

Courfeyrac verweet het schrootvuur zijn weinige uitwerking en zeide tot het kanon: "Ge begint te beuzelen, goede man." Men intrigueert in een gevecht als op een bal.

Toen Courfeyrac haar had gezegd: wij gaan naar de barricade, was haar een denkbeeld in 't hoofd gekomen: zich aan dien dood over te geven, zooals zij zich aan ieder anderen dood zou hebben overgegeven, en er Marius in te storten.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek