United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het hof van Assises had zich met twee ondergeschikten moeten tevreden stellen, met Panchaud, bijgenaamd Printanier of Bigrenaille, en met Demi-Liard bijgenaamd Deux-Milliards, die tot tien jaren galeistraf waren veroordeeld. Tegen hun ontsnapte en voortvluchtige medeplichtigen was eeuwigdurende galeistraf uitgesproken. Thénardier, het hoofd en de aanvoerder was, bij verstek, ter dood veroordeeld.

Hoezeer hij overigens ook in zijn treurige overpeinzingen verdiept was, verhinderde hem dit niet, bij zich zelven te denken dat de schooier met wien Jondrette sprak, zeer veel op een zekeren Panchaud, bijgenaamd Printanier, of Bigrenaille, geleek, dien Courfeyrac hem eens gewezen had en die in de buurt voor een zeer gevaarlijk nachtzwerver gehouden werd.

Javert hernam bedaard: "Zoo is 't goed, ik heb u immers gezegd, dat ge uw fatsoen moest houden." "Slechts één verzoek," hernam Bigrenaille; "dat men mij tabak geve, zoo lang ik opgesloten ben." "Toegestaan," zei Javert. En zich omkeerende, riep hij: "Komt nu binnen!"

Maar toen hij er uit wilde klimmen, greep Bigrenaille hem ruw bij den kraag. "Neen, neen, oude snaak! na ons!" "Na ons!" brulden de bandieten. "Ge zijt kinderachtig," zei Thénardier, "wij verliezen tijd. De dienders zijn ons op de hielen." "Nu," zei een der bandieten, "laat er ons om trekken, wie 't eerst zal gaan." Maar Thénardier riep: "Zijt ge dwaas! zijt ge zinneloos!

Men kan soms een tooneelstuk naar de naamlijst der personen beoordeelen; eveneens een bende naar die der bandieten. Zie hier eenige namen, die nog in 't geheugen van sommigen gebleven zijn, en aan de hoofdpersonen der bende Patron-Minette behoorden. Panchaud, genoemd Printanier, of ook Bigrenaille. Brujon. Boulatruelle, een wegwerker, dien wij reeds gezien hebben. Laveuve. Finistère.

In het vorige boek heeft men den naam van dien man gezien. Deze Panchaud, bijgenaamd Printanier, of Bigrenaille, kwam later in verscheidene crimineele processen voor, en is vervolgens een beruchte schelm geworden. Toen was hij nog slechts een befaamd deugniet. Tegenwoordig behoort hij tot de overleveringen van dieven en moordenaars. Tegen het einde der vorige regeering was hij in zijn leertijd.

Een der stokers, wiens zwartgemaakt gezicht door het kaarslicht werd beschenen en in wien Marius, in weerwil der zwarte kleur, Panchaud, bijgenaamd Printanier of Bigrenaille, herkende, hief boven het hoofd van den heer Leblanc een soort van knots op, zijnde een ijzeren staaf, aan beide einden met een looden kogel. Marius kon dat schouwspel niet langer uitstaan.

Dat iemand, dien hij slechts van gezicht kende, dien avond in een hinderlaag zou worden gelokt; dat hij, Marius Pontmercy, advocaat, de kamer naast het vertrek waar het plan beraamd was bewonende, door den dunnen wand de geheele overlegging gehoord had dat de aanlegger van het plan Jondrette heette; dat hij zeker medeplichtigen zou hebben, waarschijnlijk barrière-schooiers, onder anderen een zekeren Panchaud, genoemd Printanier of Bigrenaille; dat de dochters van Jondrette op wacht zouden staan dat er geen middel bestond om den bedreigden persoon te waarschuwen, aangezien men zijn naam niet kende; en eindelijk, dat dit alles 's avonds te zes uren op de eenzaamste plek van den boulevard de l'Hôpital zou worden uitgevoerd, in het huis No. 50-52.

De vrouw was toegesneld, en had het in 't papier gewikkelde stuk kalk opgeraapt. Zij gaf het haar man. "Waar is dit vandaan gekomen?" vroeg Thénardier. "Waar zou 't anders vandaan gekomen zijn, dan door het venster," zei de vrouw. "Ik heb 't zien vallen," zei Bigrenaille. Haastig opende Thénardier het papier en hield het bij het licht. "'t Is Epopine's schrift. Duivels!"

"Bindt hem aan den voet van de krib," zeide hij en, den oude ziende, die, door den vuistslag van den heer Leblanc op den grond geworpen, was blijven liggen en zich niet bewoog, vroeg hij: "Is Boulatruelle dood?" "Neen," antwoordde Bigrenaille, "hij is dronken." "Veeg hem in een hoek," zei Thénardier. Twee "stokers" stieten den dronkaard met den voet naar den hoop oud ijzer.