Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Hij tastte in zijn zak, nam er een pennemes uit, en schreef daarmede op de kalk van den muur: 16. straat de la Verrerie. Intusschen had zich Cosette weder hersteld, door hem in de oogen te zien. "Zeg mij, waaraan gij denkt, Marius; gij denkt ergens aan; zeg het mij. Och, zeg het mij, opdat ik gerust kunne slapen." "Wat ik denk, luister: dat het onmogelijk is dat God ons zou willen scheiden.

In den troep liep het gerucht dat hij een oud lid der conventie, een voormalig koningsmoorder was. De troep was de straat de la Verrerie ingeslagen.

Het adres was van een vrouwenhand en luidde: "Aan mijnheer, den heer Marius Pontmercy, ten huize van den heer Courfeyrac, straat Verrerie, No. 16." Hij brak het briefje open en las: "Mijn zeer geliefde! Mijn vader wil, helaas! dat wij terstond vertrekken. Van avond zullen wij in rue de l'Homme-Armé No. 7 zijn. Binnen acht dagen zijn wij te Londen. Cosette, 4 Juni."

In de straat la Verrerie gingen zij voorbij Courfeyracs woning. "Dat komt goed uit," zei Courfeyrac, "ik heb mijn beurs vergeten en mijn hoed verloren." Hij verliet den troep en vloog de trap op. Hij nam een ouden hoed en zijn beurs. Tevens nam hij een vierkanten koffer ter grootte van een valies, die onder zijn vuil linnen was verborgen.

"Ik? ik heb niets gezegd." "Wat hoopt ge dan?" "Wacht tot overmorgen." "Ge wilt het?" "Ja, Cosette." Zij nam zijn hoofd in haar beide handen, hief zich op de teenen om hem te bereiken, in haar hoop in zijn oogen te lezen. Marius hernam: "Gij zult mijn adres moeten weten; er kon iets gebeuren; men weet niet wat; ik woon bij dien vriend, Courfeyrac geheeten, in de straat de la Verrerie No. 16."

Courfeyrac was niet meer de bestendige bewoner van de latijnsche wijk; hij was, "om staatkundige redenen", naar de straat la Verrerie verhuisd; deze wijk behoorde onder degene, waar de opstand zich het meest had gevestigd. Marius zeide tot Courfeyrac: Ik kom bij u slapen. Courfeyrac haalde een matras uit zijn bed, dat er twee had, legde ze op den grond en zeide: "Ziedaar."

Eindelijk had een onverklaarbaar feit, dat hem had getroffen en hem nog geheel vervulde, zijn waakzaamheid vermeerderd. Toen hij des morgens van dien dag alleen in het huis op was en in den tuin wandelde, vóór dat de blinden van Cosettes kamer geopend waren, had hij plotseling op den muur deze woorden gevonden, die zoo 't scheen met een spijker gekrabd waren: 16. Straat de la Verrerie.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek