Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juli 2025
Op gevaar af van te vallen, bukte ik mij op mijn beurt. Ik slaagde erin mijne rechterhand, wier vingeren ik dichtklemde, met water te vullen en reikte toen dien nieuwen beker aan Babet toe, haar uitnoodigende daaruit te drinken. De waschvrouwen lachten. Verlegen als zij was, durfde Babet niet aannemen, aarzelde zij en wende zij het hoofd ten halve af.
De slaap van dat kind was mij een verlichting; als ik mij omwendde, en Babet zag luisteren naar de regelmatige ademhaling van het kleine meisje, vergat ik het gevaar, hoorde ik niet langer het water tegen de muren aanslaan. Maar Jacques en ik, wij konden daarom niet nalaten het gevaar onder de oogen te zien.
Montparnasse antwoordde: "In die pijp omhoog klauteren." "Met dit touw," zei Babet. "En het touw vastmaken," liet Brujon er op volgen. "Boven aan den muur," hernam Babet. "Aan den middenstijl van het venster," voegde Brujon er bij. "En dan?" zei Gavroche. "Dat is alles!" zei Gueulemer.
En bij de gedachte aan Babet begon mijn hart te kloppen alsof het mij verstikken moest. Ik herinner mij niet wat ik het overige van den dag uitvoerde. Ik geloof dat ik mij ging uitstrekken onder de wilgen, aan den oever der rivier. Mijn oom had gelijk, de aarde arbeidde. Als ik de ooren tegen het gras aandrukte, was het mij, alsof ik onafgebroken leven hoorde.
Daar ging ik voorover op den grond liggen, aandachtig toeluisterende en tusschen de takken door naar het pad kijkende, waarlangs Babet spoedig moest komen. "Wat moet oom Lazare toch slapen!" dacht ik. En ik strekte mij in volle lengte op het mos uit. De zon doordrong mijne rug van een lauwe warmte, terwijl mijne in het gras verborgen borst heel en al koel was.
Hij wilde mijne gedachten verstrooien en zeide dat de wijn uitstekend zou zijn; maar hij sprak zonder acht te geven op zijne woorden. En nu en dan, bewaarden wij beiden het stilzwijgen, om vervuld van angst, het oor te leenen aan eene langere weeklacht van Babet.
Geef mij toch eenig bericht van moeder." Thénardier antwoordde: "Zij is wel; ik weet niet; laat mij met rust; ik zeg u dat ge moet heengaan." "Nu wil ik niet gaan," zei Eponine met het gebaar van een bedorven kind; "ge zendt mij weg, hoewel 't vier maanden geleden is dat ik u niet gezien heb en ik nauwelijks den tijd heb gehad u te kussen." "O, 't is waarachtig dom," zei Babet.
De geadresseerde was niemand minder dan Babet, een der vier aanvoerders van Patron-Minette. De postillon bevatte een gerold papiertje, waarop slechts deze twee regels: "Babet. Er is in de straat Plumet een zaak te doen. Een hek om een tuin." Dit had Brujon des nachts geschreven.
De overmate zelf van vermoeienis had mij gewekt, en thans, met wijd geopende oogen, dacht ik na, terwijl ik de duisternis zocht te doorboren, over dien veldslag, die slachting, welke de zon zou beschijnen. Sedert meer dan zes jaar, bij het eerste geweerschot van elke schermutseling zeide ik vaarwel aan mijn dierbaren geliefden, aan Babet, aan oom Lazare.
Zij stak mij de kleine Marie toe. "Neem het kind!" riep zij uit: "Laat mij maar aan mijn lot over!" Jacques had Babet reeds in zijne armen genomen, en sprak met luide stem: "Red de kleine, vader. Ik zal mijne moeder redden". De zwarte massa rees voor ons op. Ik meende een boom te herkennen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek