United States or Réunion ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ten spijt van alle onderzoekingen vond Babet middel het briefje uit la Force naar Salpetrière, de vrouwengevangenis, tot een "goede vriendin" die hier zat, te doen overgaan. Deze vrouw bezorgde op haar beurt het briefje aan eene andere die ze kende, een zekere Magnon, die de politie scherp in 't oog hield, maar nog niet gevat had.

"De moeder van Jean heette Jacqueline", gaf mijn oom ten antwoord: "Ik zal het kind Jacques noemen". "Jacques, Jacques," herhaalde Babet: "Ja, dat is een lieve naam...... En zeg eens, wat zullen wij van dat ventje maken; een pastoor of een krijgsman, een heer of een boer?" Ik begon te lachen. "Wij hebben nog allen tijd daarover te denken", sprak ik.

"Ga naar het binnenhalen van de druiven kijken", hernam zij: "Ik voel mij van morgen heel wel". "Zult gij mij laten waarschuwen als er iets gebeurde?" "Ja, zeker. Ik ben heel afgemat ik ga nog wat slapen. Zijt gij niet boos op mij om mijne luiheid?" En Babet sloot, kwijnend en verteederd, de oogen.

Babet, die midden op het vlot neergehurkt zat, tusschen 't riet van het dak, hield Marietje op den schoot, het hoofd der kleine tegen hare borst aangeklemd om haar den afschuwelijken aanblik der rivier te verbergen. Beiden waren ineengedoken, voorovergebogen in hare omarming, en schenen kleiner geworden door de vrees.

Hij liegt dan ook nooit. Gij bemint mij, Babet, gij bemint mij! Van morgen hadden uwe lippen het al fluisterend aan mijne vingers toevertrouwd. En ik dwong haar plaats te nemen aan den voet van de heg. Mijn geheugen heeft mijn eerste liefde-gesprek in al zijn heilige onschuld bewaard. Babet hoorde mij aan als een jong zusje. Zij was niet bang meer en bekende mij de geschiedenis harer teederheid.

Groote wolken sleepten zich als vuile, gescheurde lompen langs den hemel voort; en wanneer de maan zich verschuilde, daalde er een onheilspellende duisternis neder. Dan rolden wij in een chaos verder. Reusachtige, inktzwarte golven, die aan den rug van visschen deed denken, sleepten ons al wentelende mede. Ik zag Babet of de kinderen niet meer. Ik gevoelde mij reeds als dood.

Ik werd door zulk een ongeduld verteerd, dat ik andermaal naar boven ging. Maar ik durfde niet meer aankloppen, ik drukte het oor tegen het hout der deur aan en hoorde het gekreun van Babet, die zachtjes snikte. Op dat oogenblik begaf mij de moed en vloekte ik het lijden. Oom Lazare, die mij onhoorbaar had gevolgd, was verplicht mij weder naar de binnenplaats mee te voeren.

Op mijn leeftijd is geluk doodelijk...... Maak geen gedruisch...... Het is mij alsof mijn lichaam heel licht ware geworden; ik voel mijne armen of beenen niet meer". Ontsteld hief Babet zich overeind, om oom Lazare te zien. Ik knielde naast hem neer, hem vol bezorgdheid aanstarende. Hijzelf glimlachte en hernam: "Maak u niet ongerust.

"Vader", zeide hij fluisterend: "er staat reeds meer dan twee meters op de binnenplaats, en de rivier wast nog steeds door. Wij kunnen hier niet langer blijven". Jacques had gelijk. Het huis brokkelde af, de planken der schuren verdwenen een voor een. En daarenboven drukte Marguerite's dood ons neêr. Babet was waanzinnig van angst en overlaadde ons met smeekbeden.

Ik zou gezworen hebben dat zij hem reeds notaris of dokter zag, en haar omhelzende, zeide ik heel zacht: "Ik wensch dat het kind ons dierbaar dal zal bewonen. Eenmaal zal hij, aan den oever der Durance, een zestienjarige Babet vinden, wien hij te drinken geven zal. Herinnert gij u nog, liefste? Het buitenleven heeft ons vrede geschonken; onze zoon zal boer zijn als wij en als wij gelukkig wezen".