Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


Kunt gij ze ergens leenen? Die vraag bracht haar in verlegenheid en ik begreep, dat zij bij niemand meer durfde aankloppen. Dan is het beste maar, dat ik ze zelf ga koopen, zeide ik, en in dien tusschentijd maakt u het beslag klaar met de melk. Soquet is er immers nog? Dan loop ik er gauw heen. Zeg aan Mattia dat hij het hout klooft, dat kan hij best.

HEILE, een lichte vrouw, heeft afspraak gemaakt met een drietal minnaars, die achtereenvolgens bij haar zullen komen; maar de afspraak loopt in de war, en zoo is een hunner, WILLEM HOOFT, nog bij haar, als zijn medeminnaar, ook weer een priester, komt aankloppen. WILLEM wordt inderhaast in een ruimen bak gestopt, daarin opgeheschen tot aan de zoldering en het touw vastgemaakt.

Toen gij als jonkvrouw leerdet, wat het zegt lief te hebben, heeft zich uw hart geopend voor de smart, die u eene welbekende gast werd, gedurende die scheiding van zoovele maanden, eene gast, die bij tusschenpoozen zal terugkeeren en aankloppen zoolang gij leeft. Uw plicht, Bartja, is het, den indringer, voorzooveel dit in uw vermogen is, van Sappho verwijderd te houden.

Wat doet er dat licht ook toe? zeide hij: het is de lamp, die op de tafel van den een of anderen arbeider brandt, of misschien wel haar schijnsel over het bed van een stervende werpt; wij kunnen aan die deur toch niet aankloppen. Op het land zouden wij des nachts een onderkomen kunnen vragen, maar in den omtrek van Parijs is men niet zoo gastvrij. Hier is geen huis voor ons open kom vooruit!

De Minderbroeder bereikte de poort van zijn klooster en wilde er aankloppen, toen hij eene vrouwelijke gestalte bemerkte, die op den kouden grond zat nedergehurkt en de weenende stem vernam van een kindje, dat de vrouw met zachte woorden trachtte te sussen.

Zaterdag avond, 10 October, had ik te mijmeren gezeten op het rustige binnenhof met de roode klinksteenen van de oude abdij waar de najaarsblaren rezen, waar de beiaard-liedekens en de vrome zware stem van de kerkklok klonken als rustige stemmen uit den hoogen hemel boven de karteling van huizen en gekanteelde muren. Ik ging weer aankloppen in de Lange Delft.

't Zou toch al te jammer zijn, als er van het mooie plan niets terecht kwam. Maar waar zou de arme aankloppen? 't Beste was misschien nog alles te vertellen aan den boer, waar hij werkte. Daar zou hij wel hulp kunnen krijgen: hij was altijd een trouwe knecht geweest, en de boer had een goed hart. Ja, gelukkig, de boer had een goed hart.

Ik zou een voorwendsel bedenken dat mijn verblijf in het naburige stadje wettigt, en van daar uit was de aanleiding tot eene visite licht gevonden; het verdere zou dan van de ontvangst afhangen. Maar ik wilde niet zoo onvoorbereid aankloppen; ik moest zooveel doenlijk weten, wie en wat ik er vinden zou, allereerst wie eigenlijk Francis was, waar het mij voornamelijk op aankwam.

Ik werd door zulk een ongeduld verteerd, dat ik andermaal naar boven ging. Maar ik durfde niet meer aankloppen, ik drukte het oor tegen het hout der deur aan en hoorde het gekreun van Babet, die zachtjes snikte. Op dat oogenblik begaf mij de moed en vloekte ik het lijden. Oom Lazare, die mij onhoorbaar had gevolgd, was verplicht mij weder naar de binnenplaats mee te voeren.

Als gij laag op mij neerziet, omdat ik niet ben als de anderen, zeg het dan maar in eens uit, dan weet ik waar ik op rekenen kan; maar, als ik bij u kom aankloppen, in het volle vertrouwen dat ik mijn hart eens kan uitstorten aan een vriend, teruggestooten te worden om.... een gebrek in de vormen, dan voel ik mij bitter teleurgesteld, en dan vraag ik mij zelve af: heb ik mij weer vergist? is ook deze niet de betere van de soort? is ook deze een van die fatten, die bang zijn de punten hunner verlakte bottines aan het slijk te wagen, die schermen met groote woorden, maar klein en bekrompen als het op handelen aankomt, die een heiligen afschuw hebben van gemeene woorden, grof linnen en vuile handen, maar er volstrekt niet tegen opzien iets laags en gemeens te doen, en die zelfs niet schromen zouden de blankheid hunner vingeren te besmetten door eene vrouw te souffletteeren!"

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek