United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


En daarna, toen het verliefde paartje, vluchtend voor den stoffer van tante Isabel die zich weer roerde, naar het platte dak ging om vrij te praten, wat vertelden ze elkaar toen daar tusschen de kleine klimop-leidingen, zoodat gij ervan huiverdet, roode bloempjes van 't "engelen haar"? Vertelt het, gij die geuren in uw adem, kleuren op uw lipjes hebt; gij zefir die vreemde melodieën leerdet in 't geheim van den duisteren nacht, in 't mysterie onzer maagdelijke wouden; vertelt het, zonnestralen, schitterende openbaring des Eeuwigen op aarde, eenig onstoffelijk wezen in de wereld van materie, vertelt het, gij, want ik vind niets dan prozaïsche malligheid!

Gij kwaamt te gelijk in de wereld; zoogt te gelijk aan de moederborst; leerdet te gelijk den strijkstok hanteeren; bestudeerdet te gelijk de vervoeging van het werkwoord amare; voeldet te gelijk uw hart ontvlammen; verklaardet te gelijk uwe passie, en liept te gelijk een blauwtje.

Toen gij als jonkvrouw leerdet, wat het zegt lief te hebben, heeft zich uw hart geopend voor de smart, die u eene welbekende gast werd, gedurende die scheiding van zoovele maanden, eene gast, die bij tusschenpoozen zal terugkeeren en aankloppen zoolang gij leeft. Uw plicht, Bartja, is het, den indringer, voorzooveel dit in uw vermogen is, van Sappho verwijderd te houden.

Nu, hoe zoude het zijn, indien gij de handelwijze der natuur tot voorbeeld naamt, en heden eene, morgen nog eene, of wel twee, dan drie, vier, vervolgens nog meer letters leerdet, totdat het geheele alphabet u goed bekend was. Dan kondt gij overgaan tot het spellen, en, na weinige weken, reeds tot het lezen, wanneer gij ten minste ijverig en vlijtig waart en het noodige geduld wist te gebruiken.

115 Voorts wendde ik mij tot hen en ik sprak; ik begon: "Francesca, uwe martelingen maken tot weenens toe mij droef en medelijdend. 118 Maar zeg mij: ten tijde der zoete begeerten aan wien en hoe vergunde de liefde, dat gij de twijfelachtige begeerten leerdet kennen?" 121 En zij tot mij: "geen grooter smart dan in de ellende den tijd des geluks te gedenken: en dat weet uw leermeester.

Och, wie onzer leerde ook voor de »houthouwers en waterputters« in zijn eigen huis of op zijn eigen werkplaats bidden? Met hen bidden ging nog, maar voor hen! Om hun zieleheil! Om hun eeuwige behoudenis! Dat men toch toezie. God laat zich niet bespotten; en Hij heeft het alzóo, en niet anders verordend. Ook dit nog. Gij, die het deedt, leerdet ge het ook uw kinderen doen?

VR. VAN LAER. Ik ben voldaan over mijnen jongen en ik ga al gauw naar huis, want ik moet mijne keuken gaan oppassen; maar ik zou gaarne hebben, dat gij mijnen zoon leerdet pennen vermaken; want hij wil thuis nooit schrijven, omdat zijne pennen altijd te vet of te mager zijn, volgens dat hij zegt. DE MEESTER. Is 't anders niets, madam Van Laer?

"Ach, ik herinner mij de droeve zaak; het was Godelieve niet, het was hare zuster Theresia, die inderdaad, voor het aangezicht ten minste, op haar gelijkt. Godelieve, mijnheer? Er is nooit een hard woord van hare lippen gevallen; zij is schoolmeesteresse geweest; zij heeft verstand, zij is goed als een engel, en haar hart is nog even zuiver als toen gij haar leerdet lezen."

Zoo behoort gij u te gedragen. Dat leerdet gij reeds van Simonides, als hij zong: Dwaasheid is het, tal van dagen Toe te wijden aan 't verdriet, Geven we aan de sarkophagen Eén dag rouw, en langer niet. Och de dood komt snel en vroeg; Zonder dat wij 't ons vergallen. Blijft het leven voor ons allen Bitter arm en kort genoeg.

PROTEUS. Uwe Edelheid een goeden avond, jonkvrouw! SILVIA. Mijn dank voor uw muziekbegroeting, heeren! Wie is het, die daar sprak? PROTEUS. O, kendet gij zijns harten zuiv're trouw, Gij leerdet ras hem aan de stem te kennen. SILVIA. Signore Proteus, als ik het wel heb. PROTEUS. Ja, Proteus, eed'le jonkvrouw, en uw dienaar. SILVIA. Wat wilt gij hier? PROTEUS. Eenswillend zijn met u.