Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Zijn scherpe en regelmatige trekken, zijn haviksneus, zijn doordringende zwarte oogen, zijn hoog, gerimpelde voorhoofd, zijn lang, grijs haar en lange baard hadden voor schoon kunnen doorgaan, indien ze niet de onderscheidende kenteekens gedragen hadden van een geslacht, dat in die onbeschaafde eeuwen evenzeer verfoeid werd door het lichtgeloovige en bevooroordeelde gemeen, als vervolgd door den inhaligen, roofzuchtigen adel, en dat, misschien door dezen haat en die vervolging, over het algemeen een karakter had verkregen, waarin, om het op het zachtst uit te drukken, tenminste veel laags en onaangenaams was.

Eene zuster, die tot de Engelsche Katholieke missie behoort, die ik in Bloemfontein bezocht, vertelde mij, dat in geheel onbeschaafden staat de Kaffer niet meer werkt, zoodra hij eene vrouw heeft. Werken is in zijn oog iets laags, dat men alleen doet, door honger of hooger macht gedreven. Zoodra hij eene vrouw heeft, is hij de hooger macht en dwingt zijne vrouw tot arbeid!

O, wat een gratie, dat die harmonie bestaan kon, tusschen zoo iets hoogs als hij en laags als zij! Maar hij mocht het niet zien, dat ze laag was; madonna moest ze blijven, om hem moest zij die blijven, om hem, in de marteling van zijn eerbied, en de duizeling van het hooge punt, troon van vergoding, waarop hij haar tot zich verhief.

Ja, bruin verbrand waren de trekken, grof en ongeregeld, maar ze hadden niets ruws noch laags, het was John Bull in zijne forschheid, maar tegelijk Sir Reginald Wilmot de Engelsche edelman in zijne fierheid, bij wien de ingezogen vooroordeelen der geboorte zoo niet uitgewischt, dan toch gelenigd waren door een langen strijd met het leven, in alle zijne hoogten en diepten.

Als gij laag op mij neerziet, omdat ik niet ben als de anderen, zeg het dan maar in eens uit, dan weet ik waar ik op rekenen kan; maar, als ik bij u kom aankloppen, in het volle vertrouwen dat ik mijn hart eens kan uitstorten aan een vriend, teruggestooten te worden om.... een gebrek in de vormen, dan voel ik mij bitter teleurgesteld, en dan vraag ik mij zelve af: heb ik mij weer vergist? is ook deze niet de betere van de soort? is ook deze een van die fatten, die bang zijn de punten hunner verlakte bottines aan het slijk te wagen, die schermen met groote woorden, maar klein en bekrompen als het op handelen aankomt, die een heiligen afschuw hebben van gemeene woorden, grof linnen en vuile handen, maar er volstrekt niet tegen opzien iets laags en gemeens te doen, en die zelfs niet schromen zouden de blankheid hunner vingeren te besmetten door eene vrouw te souffletteeren!"

Hij kan haar niet tot de zijne maken zonder zonde, en hij wil haar niet neerhalen tot iets laags of slechts; dat was alles, wat hij wist! Maar haar op Ekeby te verbergen en goed voor haar te zijn, nu anderen slecht voor haar geweest zijn, haar al het goede te laten genieten wat 't leven maar geven kan, och, wat een droom, wat een zalige droom!

Ze moeten je kunnen schelen, Dorian. Ieder gentleman is geïnteresseerd in zijn goeden naam. Je wil toch niet, dat de menschen over je spreken als over iets laags en gemeens. Je hebt natuurlijk je pozitie, je geld, en al zoo meer. Maar geld en pozitie is niet alles. Begrijp me goed, ik geloof niets van al die praatjes. Tenminste, ik kan ze niet gelooven als ik jou zie. De zonde drukt zijn stempel op ieders gezicht. Die kan je niet verbergen. Menschen spreken soms van geheime zonden, die bestaan niet. Heeft iemand een zonde, dan zie je het direct aan de lijnen van zijn mond, aan den vorm van zijn handen. Verleden jaar kwam er iemand bij me, ik zal zijn naam niet noemen, maar jij kent hem, om zijn portret te laten maken. Ik had hem nooit gezien, en toen nog nooit iets van hem gehoord, nu wel. Daar was iets in den vorm van zijn vingers, dat mij afstootte. Hij bood een kolossale som. Ik weigerde. Nu weet ik, dat ik gelijk had in mijn antipathie. Zijn leven is afschuwelijk. Maar jij, Dorian, jij met je mooi, frisch gezicht, met je mooie frissche jeugd, van jou k

Er was iets zoo geweldig beestachtigs in het geglimmer van zijn ronden rug, iets zoo laags bij den grond in dien nederig gebogen slavenbast, hoe was het mogelijk dat ik in die kluit grofheid ooit had gezien en er telkens weêr inzag, eventjes, eventjes, het frissche van een openluchtskind, het losse van een vrijen lanterfanter die gaat zoo 't gaan maar wil.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek