Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 oktober 2025
Goeden dag, Brujon! Goeden dag, Deux-Milliards!" En zich toen tot de drie gemaskerden wendende, zeide hij tot den man met de bijl: "Goeden dag, Gueulemer!" Tot den man met den knuppel: "Goeden dag, Babet!" En tot den buikspreker: "Wees gegroet, Claquesous!"
Na eenige oogenblikken lang geaarzeld te hebben, zeide hij een weinig stotterend: "Jean, gij hebt ongelijk gehad met mij niet alles te komen vertellen.... Als gij Babet liefhebt en Babet u bemint...." "Babet mij beminnen!" riep ik uit. Mijn oom maakte een knorrig gebaar. "Laat mij toch uitspreken. Ik heb geen nieuwe bekentenis noodig.... Zij heeft het mij immers zelf verklaard".
Ten gevolge hunner vertakkingen en verbintenissen waren Babet, Gueulemer, Claquesous en Montparnasse de algemeene ondernemers der aanrandingen in het departement der Seine. Zij voerden op de voorbijgangers coups d'états van den laagsten rang uit. Vindingrijke lieden in het vak, mannen met roof- en moordgedachten wendden zich tot hen voor de uitvoering ervan.
Mijn arme Babet poogde te glimlachen. Zij wikkelde Marietje voorzichtig in een sjaal; het kind was juist wakker geworden; geheel ontsteld, bewaarde zij het stilzwijgen en slaakte slechts diepe zuchten. Ik plaatste een stoel voor het venster, en liet Babet op het vlot klimmen.
Oom Lazare ging voort: "En wij zullen met ons drieën zijn om elkander lief te hebben. O! mijn dierbaren Jean, hoezeer hebt gij gelijk gehad haar op een morgen, aan den oever der Durance, te drinken te geven. Ik voor mij, was bang voor Babet; ik was slecht gemutst, en thans ben ik jaloersch, want ik zie wel in dat ik u nooit zoozeer zal kunnen liefhebben als zij u bemint.
En haastig verhaalde hij den straatjongen, dat Babet, dien zelfden dag naar de conciergerie overgebracht zijnde, op den weg naar den rechter van instructie ontvlucht was, door links in plaats van rechts te gaan. Gavroche bewonderde deze behendigheid. Montparnasse voegde er eenige bijzonderheden aangaande de vlucht van Babet bij, en zeide: "O, dat is nog niet alles."
Zij gingen. Voortgaande mompelde Montparnasse: "Om 't even; zoo men gewild hadde, zou ik gaarne mijn mes hebben gebruikt." Babet antwoordde: "Ik niet. Ik dood geen vrouw!" Op den hoek van de straat hielden zij stil en wisselden deze raadselachtige woorden: "Waar zullen wij van nacht slapen?" "Onder Pantin." "Hebt gij den sleutel van het hek bij u, Thénardier?" "Zeker."
Doordringende geuren stegen op in de zoele lucht. En als werd ik bedwelmd door die geuren, liep ik nog altijd op en neer. Mijn arm hoofd dreigde te splijten, terwijl ik het bloed der druiven zag, dacht ik aan Babet. Met eene geheel lichamelijke vreugde, zeide ik tot mijzelven dat mijn kind geboren werd op het vruchtbare tijdstip van den wijnoogst, onder de uitwasemingen van den nieuwen wijn.
Helaas! mijn arme Babet, wat waren wij al oud! Ik herinner mij dat wij dien dag van afmatting huiverden en elkaar een weemoedigen blik toewierpen, zoodra wij ons alleen bevonden. Onze kinderen schonken ons onze jeugd weer. Het ontbijt liep heel stil af. Wij hadden ons verplicht gezien de lamp op te steken. De rosse lichtstralen, die door het vertrek heenzwierven, waren onbeschrijfelijk somber.
Eponine ging naar de straat Plumet, vond het hek en den tuin, nam het huis in oogenschouw, bespiedde, loerde, en bracht eenige dagen later aan Magnon, die in de straat Cloche-Perce woonde, een beschuit, welke Magnon aan de minnares van Babet in de Salpetrière bezorgde. Een beschuit beteekent in de duistere beeldspraak der gevangenissen: "niets te doen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek