United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe meer de rotswanden gespleten zijn, des te veelvuldiger treft men er deze dieren aan. Wanneer men bedaard door de dalen wandelt, ziet men ze op rijen zitten op de rotskammen; nog vaker liggen zij, want het zijn gemaklievende, luie dieren, die zich gaarne door de warme zon laten beschijnen.

Zij droogden hun gekookte ham, deden zich daaraan te goed, gingen daarna bij het vuur zitten en wijdden tot aan den morgenstond uit over hun nachtelijk avontuur. Toen de zon de knapen met hare stralen begon te beschijnen, werden zij slaperig en trokken naar de zandbank, waarop zij zich ter ruste legden.

Boven hunne grafsteden kweelen de vogels, fladderen de insecten, vliegen de vlinders en in die liefelijke omgeving beschijnen de zonnestralen de eerste bloemen. Het ruwe gekrijsch van de monsterachtige dieren wordt al zeldzamer en zeldzamer gehoord en wordt overstemd door duizenden welluidende stemmen, die zich doen hooren onder den adem der hartstochten.

Zij is de zon, en ik ben de wind uit de fabel, en de zon maakte het meest van den man, zooals je je herinnert." "Zij kan hem zoowel wat 'opblazen' als 't noodig is, als hem beschijnen," verzekerde Laurie lachend. "Als ik nog aan de vermaning denk, die ik te Nice kreeg! Ik verzeker je, dat die nog vrij wat erger was, dan jij me ooit gegeven hebt.

Zoo werd de grond bebouwd tot aan den voet der eeuwenheugende wouden, overal waar het zonnelicht eene vlakte kon beschijnen. Alles was benuttigd: de waterloopen tot het bewegen van molens, de poelen tot het kweeken van visch, de bosschen tot het hakken van brand- en timmerhout, ja, de moerassen zelve tot het baggeren van derring of turf.

Het had slechts ééne zijkamer, met twee schuiframen met middelsoort ruiten, versierd door groene gazen gordijntjes op breede koperen roeden, in het midden een weinigje opengeschoven om het licht vriendelijk uit te noodigen wel te willen beschijnen twee bloempotten van mijn tante, onder streng verbod van iets anders in het vertrek òf op te luisteren òf te verbleeken.

Het was alsof het gesternte des daags schroomde zulk een snoode daad met zijn vriendelijk licht te beschijnen, want de verblindende en stekende zon van den eersten Augustus omsluierde haar stralend aangezicht met een witgrijzen nevel, en de ontwijde zee fronste het voorhoofd, verwisselde haar zuiver blauw met geelachtig grijs en zwartgroen, en een wit schuim kookte op de koppen der verbolgen golven.

Het begon dag te worden, en wij zagen niet ver van den weg een Telegraaf, die opgerigt, was om de Armée de Reserve, die hier omstreeks lag, met die van Italiën gemeenschap te doen hebben: thans maakt men 'er geen gebruik meêr van; van deze plaats, de verhevenste van de geheele streek, zag ik de eerste stralen der zon een schilderachtig schoon landschap beschijnen.

Hoe goedig zien zij niet uit hunne rustige oogen. Welk een schoon bestaan, dat avondrood en morgengloed beschijnen en met hun kleuren aandoen, terwijl het rythmische bewegen van den kringloop der getijden den landman op zijn deining door het leven voert en heft; wat heeft hij veel te vreezen wanneer hij de laatste helling afdaalt, waar de eeuwige schaduw wijlt: hij wandelde immers, al zijn dagen door, aan Gods eigen hand?

Eveneens echter als een beek, die half verborgen voortsijpelt onder de schaduw der donkere struiken, welke haar overwelven, wel voor een oogenblik een vroolijk aanschijn erlangt, wanneer de zonnestralen door de dikke takken heendringen en hare oppervlakte beschijnen, maar weldra, als de hemelbol weder achter wolken wegschuilt, hare vorige somberheid terugkrijgt, zoo hernam ook het gelaat der schoone Friezin spoedig de ernstige plooi, welke de geschiedenis van Aylva's rampzalige liefde daarop had doen ontstaan, en een diepe zucht verried de onrust, welke de toepassing van dat verhaal op hare eigene gewaarwordingen had teweeggebracht.