Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 mei 2025


"Mejonkvreiw Anna!... wa scheelt er? Zij-je ziek dan?" vroeg Rozeke verschrikt. "'n Beetje Rozeke, ik ben niet heel wel geweest," antwoordde neerslachtig de jonkvrouw. Zij ging zitten, wees Rozeke op haar stoel terug en vroeg wat zij verlangde. Rozeke vertelde 't haar. "Ik zal er aanstonds met papa over spreken; d

Gie deugenieten! Watte! Zij-je nie beschoamd: treffelijke meinschen durve komen affronteeren in ulder eigen huis! Ala! Hoast ulder ziere buiten as ge moar doarveuren 'n komt!

"Op ou en op mejonkvreiw Anna; 'k zoe toch wel wille weten of dat die jongen b'ron heur lief es, en of ze mee hem zal treiwen, en of ze gelukkig zal zijn." "Zij-je gij gelukkig, Rozeke?" "Joa ik, o joa ik, Fons," streelde haar stem, met een teedere intonatie van zalig-ontroerde overtuiging. "We zillen allen twieë zeu gelukkig zijn, e-woar, mijn Rozeke?" "O joa w' Fons, o joa w' Fons."

Zij was niet bang meer voor hem; voor niets meer was zij bang. Zwijgend nam zij haar mantel af en ging hem in de kamer weghangen. Hij dronk ineens zijn borrel leeg en slaakte dof een vloek. "Hawèl, nondedzju! Zij-je deuf of stom geworden?" gilde hij ruw, toen ze na een poos weer in de keuken kwam. "Hè-je nie g'heurd wat da 'k ou gevroagd ?"

Zij sloeg even haar fletsen blik op naar Alfons, die haar schuchter en eerbiedig groetend te gemoet kwam, maar dadelijk gingen haar oogen zich vestigen op Rozeke, en zij vroeg, hortend en hijgend, alsof zij zich het meisje en de reden van hun bezoek niet goed meer herinnerde: "Zij-je van doage... meschien getreiwd... en es dat de vreiwe?"

"Joa 't jong, veele, veele!" riepen zij allen. "Zij-je wel, houdt ou wel!" gilde de oude Dons. "Al gezeid!" besloot moeder van Dalen. Zij riep om La en Rozeke en met behulp van Alfons plaatste zij twee tafels naast elkaar vlak langs den haard en begon er de wit-en-rood geruite kleedjes over uit te spreiden.

Volgens Alfons en Vaprijsken was het al lang uitgemaakt dat Smul gelijk had en er geen sprake was van veulen; en nu kwamen ze zeker met elkaar de zaak beslechten. Maar dat het juist nu moest gebeuren!... "Ha 'k da nou toch vijf menuten ier geweten, hij kon tenminste wig zijn! Woarom 'n zij-je mij dat toch nie bij tijds kome zeggen?" klaagde Rozeke. "Moar 'k 'n z' ik nie zien komen, bezinne!

Rozeke zakte even, als in duizeling, op een stoel. "Ach Hier, ach Hiere!... Ach Hier! ach Hiere!" klaagde zij machteloos, met dichte oogen. Het Geluw Meuleken kwam naar haar toegeschoten: "Scheelt er iets, bezinne? Zij-je nie wel?" "Ach Hier! ach Hiere!" zuchtte zij opnieuw, als kon zij geen andere klanken meer uitbrengen.

"Zij-je nie wel dan, boas?" vroeg Vaprijsken uit de schuur toesnellend. Maar Alfons gaf zelfs geen antwoord; hij schudde zwak het hoofd en zuchtte; hij zakte, op Rozeke en Vaprijsken gesteund, uit het zadel en struikelde gebogen naar binnen. "Kom, zet ou al gauwe bij 't vier; 'k zal ou ander klieren hoalen en 'k goeje woarme soepe gekookt," zei Rozeke, ontsteld hem vóór het haardvuur brengend.

Eensklaps ging de voordeur open en stond Smul vóór haar. Met een schorren angstkreet sprong zij op: "Wa komt-e gij hier doen? Zij-je gij nog noar ou bedde niet?" Hij zag bleek en was gejaagd. Hij schudde 't hoofd en zij zag zijn keel even zenuwachtig hikken. Star en stijf, als in verwildering, keken zijn koude, grijze oogen haar aan. "Nien ik," antwoordde hij heesch.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek