Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Overal zag Johannes nu lichtglansen glimmen, zij zweefden tusschen het donkere loover, dansten met kleine sprongen langs den grond, en ginds straalde een groote tintelende massa als een blauw vreugdevuur. 'Wat is dat voor een vuur? vroeg Johannes. 'Dat brandt prachtig! 'Dat is een vermolmde boomstam, zeide Windekind. Zij gingen op een stil, helder lichtje af.
Eén voor één sprongen de leerlingen naar hem toe, altijd met één sprong heen en één sprong weer naar hun plaats terug. Wie mis sprong moest op een paddestoel te pronk staan. 'Luister goed Johannes! dan kunt ge misschien óók wat leeren, zei Windekind. Johannes verstond zeer goed wat de krekeltjes antwoordden. Maar het leek niets op wat de meester op zijn school vertelde. Eerst kwam geographie.
Men moet wat over hebben voor zijne medeschepselen. Het meewarige konijntje zuchtte en haalde met den rechter voorpoot het lange oor over zijn kopje, om er een traan mede uit het oog te wisschen. Dat was zoo zijn zakdoek. Daar ritselde iets in het helm en een dikke, logge gedaante kwam op het hol toe scharrelen. 'Kijk! riep Windekind, 'daar komt vader Pad ook al aangehuppeld.
Doch Windekind vatte hem bij de hand, en hij gevoelde hoe hij, licht als het gepluisde zaadje van een paardebloem, wegzweefde door de stille avondlucht. 'Windekind, zeide Johannes onder het zweven, 'ik houd zooveel van u. Ik geloof dat ik alle menschen voor u zou willen geven en Presto ook. Windekind zeide: 'en Simon? 'O, het kan Simon niet zooveel schelen, of ik van hem houd.
De vrees, dat die naam hem tegenover menschen mocht ontvallen, was onafscheidelijk van al zijn denken. En toch, was dit blonde wezen in het blauwe kleed Windekind niet? Wie anders kon hem dat gevoel van rust en geluk geven? 'Van u! zeide hij opeens en zag met vollen blik in de diepe oogen.
Het kaarsje begon flauwer en flauwer te branden en ging opeens uit. Het zijn zeer bizondere kaarsjes. 'Wat was dat? vroeg Johannes, zich in het duister angstig aan Windekind vastklemmend. 'Een nachtuil, zeide Windekind. Zij zwegen beiden een tijdlang. Toen vroeg Johannes: 'Gelooft gij wat Wistik gezegd heeft? 'Wistik is niet zoo wijs als hij zelf denkt.
'Neemt hij ons kwalijk, dat wij niet eten? vroeg Johannes. 'Ja, dat is zoo meikever-gewoonte. Bij de meikevers wordt het als hoogste plicht beschouwd, veel te eten. Wil ik u eens de geschiedenis van een jongen meikever vertellen? 'Ja doe dat, Windekind. 'Het was een mooie, jonge meikever, die pas uit den grond was gekropen. Nu, dat was een groote verrassing.
Dan moest hij weer aan dat boekje denken, waarin alles zoo klaar en eenvoudig geschreven stond, en aan dien eeuwig zonnigen stillen herfstdag, die dan volgen zou. 'Wistik! Wistik! Windekind hoorde het. 'Johannes! gij zult toch een mensch blijven, vrees ik. Zelfs uw vriendschap is als die van menschen, de eerste, die tot u sprak na mij, heeft al uw vertrouwen weggenomen.
'Pluizer, vroeg Johannes op eenmaal, 'weet gij iets van het Groote Licht? Hij dacht, dat die vraag hem redden zou uit de duisternis, die dichter en drukkender om hem samendrong. 'Praatjes! Praatjes van Windekind! zeide Pluizer. 'Hersenschimmen en droomerijen! Er zijn alleen menschen, en ik-zelf.
'Laat ons hier wat blijven, vroeg Johannes, 'hier is het heerlijk. 'Goed, zeide Windekind. 'Dan zult ge ook iets grappigs zien. Op den grond stonden blauwe klokjes in het gras. Johannes ging naast een zitten en begon een gesprek over de bijen en de kapellen. Dat waren goede vrienden van het klokje en daarom vlotte het gesprek ook spoedig. Wat was dat?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek