United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het kaarsje begon flauwer en flauwer te branden en ging opeens uit. Het zijn zeer bizondere kaarsjes. 'Wat was dat? vroeg Johannes, zich in het duister angstig aan Windekind vastklemmend. 'Een nachtuil, zeide Windekind. Zij zwegen beiden een tijdlang. Toen vroeg Johannes: 'Gelooft gij wat Wistik gezegd heeft? 'Wistik is niet zoo wijs als hij zelf denkt.

Doch onstuimig sprong hij op en pakte een der schouten aan toen voelde hij sterkere handen die hem losrukten, hij worstelde nog, maar verloor zijn kracht; de kreten der dievegge drongen schel door de duisternis. Dan namen de mannen hun lantarens op en droegen hem weg, langs de huizen stonden de menschen met kaarsjes ontsteld aan hun deuren.

Dan ziet men ook op vermolmde boomstronken tallooze kleine, witte stompjes, met zwarte topjes, alsof zij verbrand waren. Sommige wijze menschen houden ze voor een soort zwammen. Doch Johannes leerde beter: Het zijn kaarsjes. Zij branden in stille herfstnachten, dan zitten er de kaboutermannetjes bij en lezen in kleine boekjes.

't Was of zij in een donkere bloemen-serre kwam, waarin alleen twee witte kaarsjes op een witte tafel brandden; en eerst toen ze vóór 't bed stond zag zij haar geliefde jonkvrouw liggen, o zoo schoon, zoo heilig teer en schoon, het fijne, wasgeel hoofd een ietsje scheefgezakt op 't blanke kussen, de oogen toe, het prachtig haar in twee zware, donkere vlechten op haar schouders golvend en de fijne gele handen als biddend op de strakke borst gevouwen.

De roode meidoorn was uitgebloeid, de roode bloemen van de kastanjes waren afgevallen, de ijle kaarsjes, die er van waren overgebleven, stonden rechtop. De accaciá's bloeiden en de jasmijn. De serre en alle drie de deuren aan de weranda stonden wijd open. Er was een klein rond vijvertje voor 't huis met bladen en witte bloemen van de waterlelie er in en riet en gele irissen aan den kant.

Het is een meigebruik, dat wij bl. 200 te Zutfen en elders op Pinksterdag vonden. Enkele met bloemen en groen omwonden hoepels vormen een kroon, en deze hangt men aan een over de straat gespannen koord op. Sinte Pieter, die is goed Al voor onzen rozenhoed. Te Wetteren plaatst men onder den rozenhoed een tafeltje met brandende kaarsjes, en daaromheen dansen de kinderen, zingende: St.

De groote klok van het paleis sloeg het vergankelijk uur en toen die gezwegen had, zweeg ook alles weer in stommen eerbied, en men hoorde enkel nog het zwak geritsel van de knetterende kaarsjes daar beneden, in de biddend-neergeknielde, doodsche stad. De boomen en de heesters om ons heen waren gitzwart geworden.

De schooltafels waren in het midden naast elkander gezet, en ook met veelkleurige matten bedekt; twee groote pijnboomen, die de dennen moesten vervangen, omdat deze niet in Upolu gevonden worden, stonden op de tafels en waren reeds door mevrouw Forstner met kransen van gekleurd papier versierd geworden; wij voegden hierbij de poppetjes van marsepein, het mooie, zoogenaamde vrouwenhaar en heel veel kaarsjes, zoodat de pijnboomen er werkelijk als twee fraaie, echte Kerstboomen uitzagen.

Mijn lieve kleintjes slecht maken! Mijn huis vergiftigen? Dat is niet waar. Dat kan nooit in der eeuwigheid waar zijn! Zelfde kamer. In den hoek bij de piano staat de kerstboom, leeg geplukt, verfonfaaid en met afgebrande kaarsjes. Nora's hoed en mantel liggen op de sofa. Nora alleen in de kamer, loopt onrustig heen en weer; blijft ten slotte staan bij de sofa en neemt haar mantel op.

In de Middeleeuwen noemde men deze kaarsjes zelfs de gebenedijde of heylighe keerskens. Bij het dansen zong men: Kaarsies, kaarsies, drie aan een, Springen wij er over heen heen. Al wie daar niet over kan, Die en weet er nou niemendal van. In België verdwijnt het gebruik of is het verdwenen.