United States or Syria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mevrouw Barentz-Schönberg, die het prachtige boek op de haar eigen uitmuntende wijze vertaalde, heeft daarmee een goed werk gedaan, niet alleen, omdat zij daardoor den der duitsche taal onkundige de lezing van een sterken kunstarbeid mogelijk heeft gemaakt; niet alleen, omdat zij ons weer eens heeft doen gevoelen, dat de modderige stroom onzer maatschappij zijne groenende en reddende oevers der toekomst heeft, maar vóóral, omdat ons met dit maatschappelijk beeld van elders een waarschuwing bereikt, welke allerminst onder de aanstaande heerschappij onzer gebenedijde "Zedelijkheids"-wetten overbodig heeten mag!

Een overoud passielied, in Hollandsch Limburg en in België bekend, begint met deze strofe: Hier is 't begin van 't bitter lijden Van Onzen Heer Gebenedijde, Die ons van zonden heeft verlost, Dat heeft Zijn dierbaar bloed gekost. Het oude paaschlied: "Christus is opghestanden, Al van der martelijen allen" enz. heeft menige verandering ondergaan.

Hij nam het in Zijne gebenedijde hand En bluschte den gebenedijden brand. En 't en zwoer noch 't en zwol, En 'k hoop in Jezus' naam, dat 't ook niet doen en zol. In deze formule vinden wij alitteratie, assonantie en rijm. Andere formules worden ons medegedeeld door Dr.

De naïeve vroomheid en kinderlijke eerbied voor het heilige, die wij later in de geestelijke volksliederen zullen opmerken, openbaren zich hier in een oprechte vroomheid, een zachtheid van toon, een doorvoelen van JEZUS' lijden, zooals later MEMLINC het ons te zien zal geven. Telkens hooren wij van "dat zoete kint", zijne heilige, zijne gebenedijde hand, zijn zoete hart; God "van hemele", "d'alweldeghe God", de heilige engel. JEZUS' liefde tot zijne discipelen voelen wij in verzen als: "Kinder, seit hi, hoert na mi" of "Kinder, seit hi, lieve vrient" . De keerzijde van deze liefde en eerbied is een felle haat tegen HERODES, die ons voorgesteld wordt: hebzuchtig, wreed, fel als een hond; hij is een "dief" (in de taal onzer voorouders: het inbegrip van alle kwaad), een "onreyne drake"; ten laatste wordt hij krankzinnig, het helsche vuur gloeit uit zijne oogen . Geen woorden genoeg heeft de dichter om de Joden uit te beelden in hunne felheid, die hen doet schuimbekken; in het welbehagen waarmede zij het zachte lam kwellen en martelen; in hun schamperen spot . Die haat en die liefde zijn beide in hooge mate naïef. "God is een goed wreker", zegt de dichter, "al spreekt Hij niet veel". JEZUS zegt tot zijn hart: "Hart, kondt gij spreken als een mensch, hoe zoudt gij dan over uw lijden klagen". Van GABRI

Waarom hebt gij geen durf en geen vrijmoedigheid, 124 vermits zoodanige drie vrouwen gebenedijde om u bezorgd zijn in het hof des hemels, en mijn spreken u zoo groot goed belooft?" 127 Gelijk de bloempjes, door de nachtvorst geneigd en gesloten, wanneer de Zon ze beschijnt, zich gansch open oprichten op hunnen stengel,

"Gij zijt inderdaad een kostelijke jongen!" lachte de nog altijd onzichtbare vrager. "Maar daar gij u nu eenmaal op deze gebenedijde prairie bevindt, mag ik vooronderstellen, dat gij de hier heerschende gebruiken kent. Er komt hier zooveel gespuis rondzwerven, dat een eerlijk man genoodzaakt is, met ieder dien hij ontmoet, de noodige omzichtigheid te gebruiken.

En voorts behage het aan Dengene, die is Heer der hoofschheid, dat mijne ziel moge heengaan om te zien den roem van hare Vrouwe, dat is van die gebenedijde Beatrice, die loffelijk zich spiegelt in het aangezicht Desgenen, Die is door alle eeuwigheden gebenedijd." Inleiding tot het geheele Werk. Des Dichters ontmoeting met de schim van Virgilius.

In de Middeleeuwen noemde men deze kaarsjes zelfs de gebenedijde of heylighe keerskens. Bij het dansen zong men: Kaarsies, kaarsies, drie aan een, Springen wij er over heen heen. Al wie daar niet over kan, Die en weet er nou niemendal van. In België verdwijnt het gebruik of is het verdwenen.

Ten slotte wordt Beatrice zelve inderdaad door den dood weggenomen "wanneer de Heer der Gerechtigheid die aller-edelste opriep om te lof-zingen onder de banier van die gebenedijde koningin Maria, wier naam in allergrootste vereering was in de woorden van die zalige Beatrice."