Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Soms ging het er ruw bij toe; herhaaldelijk kwamen er ongelukken voor, en veelvuldige straffen werden er om uitgedeeld. Bij ons liep dan altijd de commandant als een razende stier op het halfdek te brullen en te schuimbekken.

Eindelik begon Mazesi te schuimbekken. De andere twee schenen op dit verschijnsel te hebben gewacht, want gelijktijdig bogen zij zich neer, veegden hem het schuim voor de mond weg, bestreken zijn lichaam met tovermiddelen uit de kalebassen aan hun gordels genomen, en verrichtten met de handen de nodige bezweringen over hem.

De naïeve vroomheid en kinderlijke eerbied voor het heilige, die wij later in de geestelijke volksliederen zullen opmerken, openbaren zich hier in een oprechte vroomheid, een zachtheid van toon, een doorvoelen van JEZUS' lijden, zooals later MEMLINC het ons te zien zal geven. Telkens hooren wij van "dat zoete kint", zijne heilige, zijne gebenedijde hand, zijn zoete hart; God "van hemele", "d'alweldeghe God", de heilige engel. JEZUS' liefde tot zijne discipelen voelen wij in verzen als: "Kinder, seit hi, hoert na mi" of "Kinder, seit hi, lieve vrient" . De keerzijde van deze liefde en eerbied is een felle haat tegen HERODES, die ons voorgesteld wordt: hebzuchtig, wreed, fel als een hond; hij is een "dief" (in de taal onzer voorouders: het inbegrip van alle kwaad), een "onreyne drake"; ten laatste wordt hij krankzinnig, het helsche vuur gloeit uit zijne oogen . Geen woorden genoeg heeft de dichter om de Joden uit te beelden in hunne felheid, die hen doet schuimbekken; in het welbehagen waarmede zij het zachte lam kwellen en martelen; in hun schamperen spot . Die haat en die liefde zijn beide in hooge mate naïef. "God is een goed wreker", zegt de dichter, "al spreekt Hij niet veel". JEZUS zegt tot zijn hart: "Hart, kondt gij spreken als een mensch, hoe zoudt gij dan over uw lijden klagen". Van GABRI

Alles wat gij te doen hebt, is dat gij te gelijk met mij op het tooneel verschijnt, dat is dus tegen het einde van het stuk. Alles wat ik doe, moet gij nadoen, gij moet evenals ik, uwe oogen laten rollen, dezelfde gebaren maken en schuimbekken van woede, zooals ik ook doe. Gij zult zien dat het niets moeielijk is en ik sta er voor in dat gij beiden warm toegejuicht zult worden.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek