United States or Greenland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar dat was het, wat ze juist wel deden op dezen morgen. Het touw was stevig vastgebonden aan een spijker in den muur, en er was niemand, die het aanraakte. En er was ook niemand op het dak gekropen om de klokken in beweging te brengen. Men kon duidelijk zien hoe de klokken heen en weer slingerden en hoe de klepels tegen de metalen wanden sloegen.

Is aan 't gevallen kroost, in nieuwen val verloren, Is d' afval van het hart verdelging toegezworen, Verplet me! of stort my in dien afgrond, dien mijn voet, Met overwelvend zand omtogen, overspoedt Zoo lang hy de aard betreedt. Ik kus uwe ongenade! Maar wreek ook de onschuld van de uit slijk gekropen made! Een nieuwe Satan.... Ach, wat zegge ik!

Denk echter niet aan eene geheimzinnige basiliek, in de ingewanden des bergs verscholen, met lage gewelven op plompe pijlers rustende: niets gelijkt minder op eene kerk dan het hol, dat ge eindelijk bereikt, na gedurende eenige bange minuten op uw buik te hebben gekropen, aan alle kanten beklemd door de smalle en nauwe wanden van het gat, waarin ge u gevoelt als, dunkt mij, een doode in zijn lijkkist.

Natuurlijk speelt de duivel een groote rol in de volksuitdrukkingen; zoo b.v.: "Hij is een duivelskind; hij vloekt alle duivels uit de hel; hij laat geen duivel op zijn hart barsten; hij heeft den duivel in, of den duivel in den zak; daar kan geen duivel uit wijs worden; hij is uit de hel gekropen, toen de duivel sliep; 't is, of de duivel er in zit; de duivel steekt zijn staart op; de duivel steekt er zijn staart tusschen; hij is er op uit, als de duivel op een ziel; hij is te gek, om met den duivel te dansen; den duivel een kaarsje aansteken; dat dank je den duivel; enz. enz; zie b.v.

Ik was echter ook thans niet bestemd, die ongestoord te genieten: althans, nauwelijks was ik onder de dekens gekropen, of een luid gepraat, gevloek, gezang en geloop, dat mij zoo duidelijk in de ooren klonk alsof het in mijn slaapvertrek plaats had, schonk mij de onaangename overtuiging, dat mijn bedstede allernaast den zoogenaamden gemeenen haard gelegen en daarvan slechts door een dun beschot was afgescheiden.

Ha, daar fluit het ijzeren gevaarte in de verte! Van alle zijden komen de bedienden uit hoeken en kanten geloopen, uit magazijnen en barakken gekropen. De metalen stem van den monsterwagen hertoovert de doodstille statie in een woelig veld, en het is onder allerlei geroep en geschreeuw, dat het gevaarte stilhoudt. Nu jaagt de moederlijke boezem onstuimiger: het gelukkig oogenblik is aanstaande!

Mijn' zin wil ik hebben; maar hoe krijg ik dien?" Nog eene heele poos lag hij te denken, te denken, tot hij eindelijk in slaap viel. Toen hij den volgenden morgen laat wakker werd, zag hij zes mannen voor zijn bed staan, die hem allen even verbaasd aankeken. 't Leken ruwe, woeste mannen, en was Tom, Tom niet geweest, dan zou hij zeker van schrik dadelijk weer onder de dekens gekropen zijn.

Toen Adeelen intusschen zijn vraag herhaald had, en men hem herkende, betuigde Feiko niet te weten, waarvan de Jonker sprak, daar hij zelf al de grendels had dichtgeschoven. "Ik ben dus, volgens u, door het sleutelgat gekropen?" vroeg Adeelen: "en om uwe nalatigheid te bewimpelen, wilt gij mij aan het bezit mijner vijf zinnen doen twijfelen? sluit terstond de zijdeur dicht.

Daarna beschreef hij, hoe hij zich had ingespannen on haar te overtuigen, en hoe zij bijna van zichzelve was gevallen van blijdschap, toen zij naar de plaats gekropen waren, van waar het blauwe stipje daglicht zichtbaar was; hoe hij zich door de opening gewrongen had en haar er toen uit had geholpen; hoe zij daar gezeten hadden en geschreid hadden van blijdschap; hoe een paar mannen in een schuit waren voorbijgevaren, en hoe Tom hen had gewenkt en geroepen en hen met hun treurigen toestand had bekend gemaakt; hoe de mannen de vreeselijke geschiedenis eerst niet hadden geloofd, omdat, zeiden zij, de kinderen drie en een half uur van den ingang der grot verwijderd waren; hoe zij hen aan boord hadden genomen, naar huis hadden gevoerd, hun voedsel gegeven hadden, hen een paar uur hadden laten rusten en hen toen naar huis hadden gebracht.

Doch om te geven, is een vreemde hand van noode, en allen grijpen naar deze vreemde hand, allen willen ervan plukken. Luister! ik heb een boom gezien, vol van blad, en eenige weken later was er geen groen meer aan, omdat de rupsen in grooten getale langs stam en tak hadden gekropen, om zijn leven af te knabbelen. Ga naar buurman's huis. Buurman is rijk genoeg, om te geven."