Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
De ooievaar, de vorst der Geldersche vogels te Groningen zegt men de gansarend verhief zijn statige vlerken en overtrof den raaf en den koekoek vèr; het winterkoninkje was hem echter te slim af. Het was onder zijn vederen gekropen en had zich aldus mee omhoog laten heffen. En toen nu de ooievaar niet meer kon, vloog het vroolijk nog veel hooger het luchtruim in.
«Onze zoon,» sprak een andere moeder, «was, zoodra hij uit het ei gekropen was, ook dadelijk in de weer; het is alles leven en vuur aan hem! Hij loopt zich de horens af! Welk een vreugde voor een moeder! Niet waar, mijnheer de mestkever?» «Je hebt beiden gelijk!» zei de mestkever; en nu verzocht men hem, de kamer binnen te treden, zoo ver hij namelijk onder de potscherf kon komen.
"Een ongeluk!" viel ik in; "zeg eerst hoe zij er afgekomen is." "Nogal zoo erg niet, Jonker! een verstuikte voet en schrikkelijk in de war toen wij haar vonden bij den grooten eik dicht bij 't kasteel, waar zij naar toe gekropen was om op het mos uit te rusten." "O! ik ken dien boom!" riep ik smartelijk; "ik voel zoo hoe het dáár geweest moet zijn."
Wat overigens 't gevaar aanging of liever ... 't onbehagelyke van haar weggaan met die mannen, hy telde het niet meer. Al waren er tien mannen met haar in dat rytuig geweest, by de minste onbehoorlykheid hoefde Femke slechts de rechterhand uittestrekken, en allen zouden gekropen hebben voor haar voet.
Het grootste perk, dat in het midden lag, was een zoogenaamd tapijtbed, dat er met zijn veelkleurige bloemen uitzag als een groote, heel groote lappendeken, waardoor middenin een mannetje gekropen was. Dat mannetje was een pop van aardewerk en stelde een rookenden Moor voor.
Van Sandt dronk er in twee teugen vier glazen madera en mijnheer Marbehan, die nochtans gaarne waterwild at, stelde, uit nijd, zijn maag tevreden met het amandelkoekje dat op een bordje lag. 't Sloeg middernacht. Twintig heeren trokken te gelijk hun zakuurwerk te voorschijn, en keken dwaas op de twee wijzers die hoe gebeurde dat toch overeen waren gekropen.
Met zijn bengelend licht was hij door de lage gaanderijen gekropen; dan had hij over zijn rug moeten glijden langs een steile helling, waar de losse steenkool wegschoot onder zijn voet. De bedrijvige arbeiders bij hun werk in den afgrond, hadden een ijzingwekkend voorkomen, wanneer men ze plotseling onderscheiden kon tegen het zwarte duister.
Pas veertien dagen nadat ze me gevangen gezet hadden, kon ik me verstoppen in 't hol van een Engelsche stoomboot, met bestemming naar Auckland op Nieuw-Zeeland. Een vaatje water, een kist met geconserveerd voedsel, waar tusschen ik gekropen was, hebben me gedurende den ganschen overtocht eten en drinken verschaft.
Het dacht er waarlijk niet aan te trouwen; als het maar de vergunning kon krijgen, om in het riet te liggen en wat moeraswater te drinken. Zoo lag het twee heele dagen; toen kwamen er twee wilde ganzen of, liever gezegd, genten naar hem toe; het was nog niet lang geleden, dat zij uit het ei gekropen waren, en daarom waren zij zoo overmoedig.
Ik ben in de ton gekropen om te naaien, dan kunt gij immers de steken niet zien? antwoordde Uilenspiegel. Kom, sprak de kleermaker, zet u hier neer op de tafel, en stik uwe steken dicht bij elkander, en maak het kleed als deze wolf. Wolf was de naam van een boerenwambuis. Uilenspiegel nam het wambuis, sneed het aan stukken, naaide het aaneen, zooveel als hij kon in de gedaante van een wolf.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek