Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Daarover weer een smalle ceintuur. Twee afhangende linten, op de plaats gehouden door een paar dikke zilveren platen, vormden een centrale versiering, en daaraan hing een franje van leeren reepen, met zilveren munten eraan bengelend. Enkele andere boerenvrouwen, die we zagen, waren precies gekleed als tooneelprinsessen.
En de boer slenterde door, ontevreden mokkend, de armen los bengelend langs het lijf, den rug gekeerd naar de Plaza. Aan zijn linkerhand, over den straatweg, schoof de falanks van naar huis keerende menschen, vaag in den stofnevel, die bezwangerd met den heeten adem der aarde, opgejaagd werd van den grond door de kloppende pooten der paarden, door de schuivende voeten der menschen.
De correspondent hield hem voor den gek, met spotlachende uitroepen van verbazing, en een tweede jongmensch met een vlekkerig-rood gezicht en een vies boordje zat er om te grinniken met zijn groote roode handen op zijn knieën, zijn magere beenen lummelig bengelend langs zijn kruk.
Bengelend gelijk een klokkeslinger kwam diep uit de hoeksche steeg een vlam aan wandelen. En spookhoog, ook los van den grond, geestte het lichtbeeld van een Oosterling in een damp van ontbonden duister, stillig-stil. Een schok, die hem in de beenen sloeg, had Johan doen staan.
Maar toch lette hij met de grootste belangstelling op alles, en hij was benieuwd, wat hij te zien zou krijgen, en wat er gebeuren zou. Hij hoefde niet lang te wachten, voor er beneden uit het bosch een klein bengelend belletje klonk. En dadelijk daarop hoorde hij 't gedruisch van stappen en van brekende takken, alsof een menigte dieren door een woest veld baan braken.
En zoo begaf zij zich, op het uur door Stubener vastgesteld, en vergezeld van een photograaf voor het blad, naar de training-appartementen in Cliff House. De eigenaar van de appartementen had moeite met Pat. Hij stribbelde tegen. Met zijn ééne reusachtige been bengelend over den kant van zijn leunstoel en Shakespeare's sonnetten op zijn knie, zat hij te oreeren tegen de moderne vrouw.
Eindelijk rende hij voort als dol van pijn, met de zeilende stokken potsierlijk bengelend langs zijn schoft, en in een dood paard begroef hij den rooden kop, geweldig stootend in den ontzielden hoop en in het zand, dat als een lichte nevel steeg om zijn hoornen en om het doode ros. «Muy bien, muy bien, Guerrita," schreeuwde de jonge man. Zeer goed, zeer goed.
En zoo verstopte Martha zich, en binnen kwam kleine Bob, de vader met minstens drie voet bouffante behalve nog de franje, voor zich uit bengelend en zijn kale kleêren gestopt en geborsteld, om er feestelijk uit te zien, met kleine Tim op zijn schouder. Die arme kleine Tim, hij droeg een krukje en zijne ledematen werden rechtgehouden door een ijzeren beugel!
Bij de banken stonden de jongens te babbelen. Een zat bovenop de lessenaar, een zwaaide heen en weer, met z'n beenen bengelend tusschen de leuningen. Verlegen schoof-ie binnen, voorbij een paar jongens die niet opzij gingen, zette z'n hoogen hoed op de tafel bij het bord, duwde z'n gouden bril recht op den kleinen stompneus en tikte met de liniaal op de voorste bank. Niemand keek naar hem.
De geruchten der plaats: het scherpe zware blaffen van een hond, het kermend schreien van een zuigeling of 't rauwe hoorn-toeten van den dagbladventer drongen dof tot hem door ... Traag begon hij zich uit te kleeden, wierp jas en broek wanordelijk-slordig over een stoelleuning, fluitend een straatdeuntje, trok zijn weeksche kleeren weer aan en zette zijn verkleurde pet, met het bengelend kwastje op de ver-vooruitstekende klep, op zijn ruigen kop.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek