United States or Gambia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Evenals zijne verwanten levert hij een zeer verrassend schouwspel op, als hij, zijn snellen loop bespoedigend door de beweging van de korte, voor 't vliegen ongeschikte vleugels, eensklaps uit de wildernis te voorschijn komt en, met een houding als die van ons Winterkoninkje, een oogenblik vertoeft op een vooruitstekende rotspunt, die hij plotseling door een verbazenden sprong bereikte en op dezelfde wijze even onverwachts verlaat."

Daar dient het ook als naamverklaring van "koninksken" en "koninksvogelken", terwijl de Geldersche lezing het geroep van het winterkoninkje verklaart. Want boven den ooievaar gekomen, riep het beestje: "Koning, koning ben ik-kik-kik-kik-kik!" Maar de katuil roept nog altijd klagend: "Er-oêt, er-oêt!" Een Fransch sprookje zegt, dat de uil "hu-hu-hu-hu" roept van de kou.

Maar de vogelen, verontwaardigd, zich aldus verschalkt te zien, meenden het beestje te moeten bestraffen. Het ontvluchtte hen echter in een molshoop. Toen besloten de vogelen den uil als wachter aan te stellen, omdat alleen hij bij nacht ziet. De uil waakte tot den morgenstond. Toen werd hij slaperig, en het winterkoninkje ontkwam den sluimerenden wachter en vloog lustig door het geboomte rond.

Te Maasland kent men ook het verhaal van het wedvliegen, maar vervangt er het winterkoninkje door het klein-jantje of boomsluipertje. De ooievaar blijft in dit waterland natuurlijk gehandhaafd. In Lapland, Finland en Zweden verhaalt men van het wedzwemmen van visschen, en ook in Vlaanderen is deze vorm niet onbekend.

"Ja, ja," lachte moeder, "jij lijkt het winterkoninkje wel, die bij een wedstrijd onder de vogels, wie 't hoogste vliegen kon, onder de vleugels van den adelaar kroop en zoo den strijd won, maar de andere vogels leelijk fopte." Daar begreep Fritsje niets van, maar wel, dat, wat op tafel stond, heerlijk was. "Bob en Hans, kom gauw.

Soms heeft men uitzonderingen op dezen regel waargenomen: een Nachtegaal bouwde, naar Naumann verhaalt, zijn nest in een hoop dorre bladeren, die binnen in een tuinhuisje lag, een andere op het nest van een Winterkoninkje, dat ongeveer 1.5 M. boven den bodem op een dennentak was bevestigd.

De ooievaar, de vorst der Geldersche vogels te Groningen zegt men de gansarend verhief zijn statige vlerken en overtrof den raaf en den koekoek vèr; het winterkoninkje was hem echter te slim af. Het was onder zijn vederen gekropen en had zich aldus mee omhoog laten heffen. En toen nu de ooievaar niet meer kon, vloog het vroolijk nog veel hooger het luchtruim in.

In de vedische zangen der Indiërs wordt de snelle valk als bliksemdrager vereerd; bij de Grieken vervulde waarschijnlijk de arend, de lieveling van Zeus, oorspronkelijk dezelfde rol; de Kelten beschouwden het winterkoninkje als bliksemdrager; de Romeinen kozen daartoe vermoedelijk de specht, die nog door Plinius incendiaria avis genoemd wordt; en onze germaansche voorvaderen belastten daarmede den ooievaar.

Hoe de musschen meeëten in het reefter, zoodat men zou twijfelen, of de koning de prebende voor de monniken of voor de vogels heeft ingesteld, hoe een winterkoninkje doet, alsof het de abt was, hoe de ezel van den tuinman den briefschrijver verzoekt, ook hèm in zijn epistel niet te vergeten; het is alles frisch en bekoorlijk, maar niet specifiek humanistisch.

Meermalen kwamen dan de glinsterende goudvink, de schrandere lijster, de kleine, sierlijke meesjes, het lustige winterkoninkje en de nachtegaal, hun aller koning, op zijn lokkend gefluit aanvliegen. Zij streken neer op het dak der loofhut en dan werd het een roepen en zingen, een kweelen en tjilpen, als nooit te voren in het bosch gehoord was.