Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 juni 2025


Zelfs Wim hadden ze een stukje suiker in de hand gestopt, en die riep maar al: "Mim geven!" Och, wat was Nellie blij met al die liefde van haar eigen lieve ouders en broertjes en zusjes. Ze had daar in hare ziekte immers zoo naar verlangd.

Go en Frieda liepen voor, de punten van het tafellaken over den schouder, stil, met gebogen hoofd; achteraan Eddy en Wim, blootshoofds met ernstige oogen; en Hans dreunde tusschen de tanden de treurmarsch van Chopin.

"Lekker, pa," antwoordt Wim, zonder de oogen af te wenden van den lepel, die juist weer zijn mond nadert. En dan mama na eenige oogenblikken plagend: "Wat heb je nòg niet genoeg?" En Wim lacht witjes en zegt: "Neen, neen!" en smult maar voort.

En toen het bleek, dat er niets was, behalve zakmessen; dat het heele tafelgerei bestond uit drie kroezen en 'n paar papieren bekers, danste Wim in het rond, in woeste extase, omdat ze gingen eten "als de wilden"; omdat 't een pic-nic was, als ten tijde van Homerus.

Haar horloge tikt ijverig; dat is het eenige geluid in het vertrek. En buiten steekt de wind op, en zachte tikjes tegen de ruiten zeggen haar dat het sneeuwt, droge, korrelige sneeuw. Hare oogleden beginnen nu toch ook zwaar te worden. Wim slaapt nog steeds voort.... Ze is koud. De kachel is uitgegaan, doordat ze vreesde hem door eenig geraas te wekken.

Als ze er echter mede naar het bedje komt, vraagt Wim zoo smeekend of hij het in de andere kamer mag opeten, dat zij niet vermag te weigeren, vooral nu ze niet tevergeefs in papa's oogen bekrachtiging van hare toestemming zoekt. Iederen dag heeft hij even, in dekens gewikkeld, op haar arm gehangen, terwijl de meid het bedje schudde en de kamer luchtte.

Er waren drie jongens, die ze nog niet kenden: Frits Rolands, Wim de Veer en Otto Beerenstijn; en ook het meisje, Frieda Vervoort, was Else alleen wel 's tegengekomen in de gang van de universiteit. Ze was candidaat in de rechten en studeerde ook oude talen, ze had 'n smal, mannelijk-belijnd, verstandig gezicht, tusschen laag opgemaakt glad-bruin haar.

Ook kan ik het zijden kleedje, dat ge mij na mijne eerste kraam hebt gegeven, wel weer vermaken, jongens, wat waren we toen rijkelijk! Maar, Wim zal toch naar school moeten, het is een slag, en dat zoo onverwacht! Als gij iets anders vinden kondt, al was het buiten de stad, ik zou er wel niet graag uit willen, wat zouden onze kennissen zeggen? maar rondkomen is de eerste pligt.

Dat ook in den winter het buitenleven zijn aantrekkelijke zijden heeft, kunnen we uit dit boek bespeuren. Karel en Wim gaan in de Kerstvacantie bij oom Van der Horst, den Boschbaas op het buitengoed "Vijverhoek", te logeeren.

Doch, als het hem dan eens goed ging in de wereld, heel goed, zou hij haar dan nog liefhebben als nu, haar, Chrisje, den ongeborene, zou hij dan ook smadelijk neerzien op zijnen vader, den kantoorbediende! God beware hem voor zulk een' rijkdom. Maar neen, Wim stond haar voor den geest.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek