United States or Sierra Leone ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Kun-je toch ook naaien?" bewonderde Eduard. "Ja, natuurlijk. Dat kunnen wij, vrouwen, allemaal, om de inferioriteit van ons verstand wat goed te maken; is 't niet, Beerenstijn?" "Ik stel 'n vrouw, die goed naaien kan, hooger, dan 'n zoogenaamde geleerde." "Maar als ze nu allebei goed kan, zooals Go," drong Gerard.

Om vier uur kwamen Han en Beerenstijn. Ze gingen tusschen de anderen zitten, praatten met doffe stemmen over "de oude heer, die er zoo kapot over was geweest, dat die twist niet bijgelegd was." "Zijn Leeden en Neerwinden er nog niet met de brieven?" "Nee." "Er zal wel wat voor hém bij zijn. Hans zal 't wel goed gemaakt hebben natuurlijk."

Er waren drie jongens, die ze nog niet kenden: Frits Rolands, Wim de Veer en Otto Beerenstijn; en ook het meisje, Frieda Vervoort, was Else alleen wel 's tegengekomen in de gang van de universiteit. Ze was candidaat in de rechten en studeerde ook oude talen, ze had 'n smal, mannelijk-belijnd, verstandig gezicht, tusschen laag opgemaakt glad-bruin haar.

Gerard was dol op 'm, noemde 'm schertsend Leberecht Hühnchen, en kwam, in 'n sombere bui, altijd 't eerste bij hem, om zich te laten troosten. Nu ook werd zijn gezicht lichter, en met dringende hartelijkheid in z'n stem vroeg hij: "Waar ben je vanochtend heen geweest Hans? Heeft Beerenstijn je de boeken gebracht?" "In orde, ja; maar gaan we nog niet beginnen?

"Nou wordt 't toch tijd, lui; daar is Beerenstijn... o, met de flesschen om z'n hals... Coba... Kom, we gaan naar den trein, hoor." "Rolands nog... en Eduard... zeg, die zouden toch allebei komen?" Go leunde zenuwachtig uit 't portier; 't was nog maar één minuut en ze zag niets op 't perron.

Ze schudde stil haar hoofd, keek dankbaar de tafel langs: Elsi en Henri daar, Frieda tusschen Hans en Beerenstijn dat was de eenige, die de vrouwenhater nog wel kon lijden zij naast Eduard, Rolands aan den anderen kant. Dat was 'n stil ventje, zou haar niet storen; Eduard had háár gevraagd, beteekende dat, dat hij haar aardig vond?

"Nee, beste kerel, je meent 't goed, maar ga jij mee, en droom wat in de maneschijn, want jij loopt me wezenlijk maar in den weg met je onhandigheid. Als Beerenstijn wil blijven die geeft toch niet om de wandeling."

We hebben 't er nog niet met Herderts over gehad, want eerst moet jij zeggen, of je zou willen en dan moeten we onderzoeken, of we genoeg stemmen kunnen krijgen; Beerenstijn is natuurlijk tegen, maar dat hindert niet, als hij de eenige is." "Zou ik dan quaestor worden.... of hoe heet 't vrouwelijk: quaestrix?.... Ik zou natuurlijk dolgraag willen, Neerwinden, en Han zal het zoo leuk vinden...."

Beerenstijn haalde de schouders op: "Ik weet 't niet, 't lijkt me niet onrustbarend; maar toch 'n dokter...." "Maar wat dénk-je, dat 't is?" "Misschien is 't eenvoudig gevatte kou; maar 't kan ook iets anders zijn; om er over te oordeelen, zou 'k de patiënt moeten zien." "Dat kun-je begrijpen," viel Han uit. "Als ík er niet eens bij mag."

De eerstvolgende dagen was Go bijna nooit thuis; dadelijk na college en 's avonds weer ging ze met Frieda Gerard, Han en Beerenstijn helpen, die Hans' vader beloofd hadden, alles te zullen regelen en in orde brengen.