Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
"Dus je gelooft niet aan den dood door geluk of verdriet?" informeerde Beerenstijn, medisch. "'t Eerste oogenblik door den schrik is mogelijk. Maar als iemand het 'n week heeft uitgehouden, komt-ie er ook over heen.... over z'n geluk zeker."
Beerenstijn nám het, studeerde er zwijgend op. "Is dat om te éten?" vroeg de juffrouw, "zei die ook nog, dat ze iets bizonders moest hebben? Ik ken alles klaarmaken." "Lichte kost kalfsvleesch en iets frisch..." fantazeerde Go, "maar ze mag natuurlijk niet naar huis, Han." "Ik ga vanavond zelf even naar Den Haag, het aan haar moeder vertellen; dan schrikt ze niet zoo." "En wanneer komt-ie terug?
Maar toen hij in Louis' oogen zag, dat hij gegriefd was, legde hij even de hand op z'n schouder: "Zeg, we hebben 'er gevraagd, hoor, je vriendin... eh... juffrouw Schermer.... maar ze heeft bedankt." Go hoorde 't, begreep opeens; maar Beerenstijn viel in: "Maar goed ook, anders werd 't hier 'n meisjesschool en die is bovendien affreus leelijk!" "Heeft ze bedankt zonder reden?"
"Vooral omdat 't mode is, dat mislukte, dweperige genieën en sentimenteele meisjes die studie kiezen," bromde Beerenstijn, in de hoop, zoowel Hoefman als Margo te kwetsen. Maar Eduard zei juist: "Hoe grappig toch, dat jullie zelf den sleutel hebt; zoo niets voor 'n meisje."
Er was 'n studie over George Moore van Otto Beerenstijn, maar Go had nooit iets van hem gelezen, zat met stil ontzag te luisteren, bang, dat ze haar domheid dadelijk zou moeten bekennen.
"Hoe is Beerenstijn?" "Knap, intelligent, eigenaardig. 'n Werker, 'n vrouwenhater, of eigenlijk verachter.... Ik geloof niet, dat je 'm sympathiek zult vinden." "Nee," zei Go. "En Van Neerwinden?" "'n Rare vent. Talentvol, geniaal misschien, maar decadent. Ik mag 'm niet. 't Is 'n vooroordeel van me, maar die verfijning, die zwakke onrust, dat elegant-lieve is me antipathiek. Het is geen kérel."
's Avonds waren ze weer samen: Gerard en Eduard, moe en nerveus, praatten eerst over zaken met Han en Beerenstijn, scharrelend met papieren en verklaringen. Toen kwam Otto naar Go om te vragen, of ze geslapen had; en ze spraken er kalm-treurig over, hoe alles geregeld zou worden voor de begrafenis.
Begrijp-u, wat er op staat?" informeerde de juffrouw bij Beerenstijn. "Ze zal er wel beter van worden... ik breng 't dadelijk zelf weg," antwoordde hij, met 'n sfynxig lachje. "Zaterdag zou-die weer komen; ze mag Zondag misschien wel 'n beetje op," vertelde Go, "maar laten we 'r toch niet zoo lang alleen laten liggen."
"Ready?" schreeuwde Beerenstijn, die met den agent naar beneden was geloopen. "Een, twee, drie, zeven, negen, elf. We zijn compleet," telde Gerard de leden. "Hoe gaan we nu verder?" "We blijven bij elkaar; eerst naar Frieda's huis; allons, enfants." 't Was doodstil op straat, en 'n koude nacht. Ze werden vanzelf er allemaal kalmer door.
"Gekken," mompelde Beerenstijn, die juist zag, dat Henri en Else samen van een bordje aten, "als er hier nog een geëngageerd paar komt, ga 'k er uit." En z'n oogen bliksemden naar Eduard, die 'n waterlelie uit z'n sinaasappelschil voor Go maakte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek