Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Immers niet met bevelen, maar bijna altijd met vroolijk redeneeren, plagend overreden zonder veel argumenten bij te brengen en soms met teer-lief, vleiend-zacht verzoeken, had ze haar wil weten door te drijven.
"Je ziet er bleek genoeg voor uit." .... "Neen, meer slaag dan mij lief is, wilde ik zeggen." "Daar geef je misschien wel reden toe?" hernam Fulco plagend, daar de uitdrukking van 's mans gelaat hem in 't geheel niet beviel. "Toch niet, toch niet! Doch laat ik de paarden maar op stal zetten. Ik heb geen lust, om .... "
Hare onverpoosd rondwarende blikken ontdekken iederen voorbijvliegenden Roofvogel, ieder op den bodem zich bewegend Insect, vogeltje of muisje. De groote Vogels, vooral de Valken, worden met geschreeuw begroet, moedig aangevallen en plagend vervolgd. Door haar geschreeuw waarschuwt zij alle overige Vogels voor het naderende gevaar en draagt daarom niet ten onrechte den naam van "Wachter".
"Lekker, pa," antwoordt Wim, zonder de oogen af te wenden van den lepel, die juist weer zijn mond nadert. En dan mama na eenige oogenblikken plagend: "Wat heb je nòg niet genoeg?" En Wim lacht witjes en zegt: "Neen, neen!" en smult maar voort.
Maar neen, met inspanning van al zijn krachten wierp hij het stuur om, en het gevaar was geweken. Jantje reed verder. Dries stond midden op den weg lachend naar hem te kijken. "Wil je een nat pak halen, Jan?" riep hij hem plagend toe. "Aanstonds ga je kopje-onder het kanaal in." "Uit den weg! Ga uit den weg!" schreeuwde Jan, die tot zijn schrik bemerkte, dat hij regelrecht op Dries aanhield.
En hielden zij elkaâr, in de mantelplooien, arm om schouder, terwijl zij op den drempel toefden. Eindelijk dan! riep de dominus en de heele troep, juichend, ironiesch, plagend hun meester, dien zij ongerust wisten te zijn geweest, herhaalde: Eindelijk, eindelijk dan, Cecilius en Cecilianus!
Toen, terwijl zij Hedwig met hare donkerblauwe oogen ernstig aanzag: "Ik houd nú al veel van u!" "Dat weet je nog niet, daar weet je nog niets van," riep Hedwig plagend. "Jawel, jawel, ik weet het juist wel, ik weet het zeker," zei Tieka met nadruk.
Hij voelde zich bespottelijk worden, het suisde in zijn ooren, hij moest, hij zou iets zeggen, om 't even wat, al was het nog zoo dom, en hij opende reeds machinaal zijn lippen, toen plotseling, aan zijn andere zij, in het geraas der drukke bende, een schelle stem opging, een lachende scherts-stem, die plagend vroeg: "Wa scheelt er aan dat-e gulder tegen mallekoar nie 'n spreekt?
Hij stoop zich naar heur toe en fluisterde plagend: Mag ik 't zeggen?... Ze schudde pruilend haren kop en pinkte een twijndraadje weg, dat over hare mouw hing. Hij kittelde haar in haar nekke en lispelde zonder genade: Hee?... mag ik? Zal ik 't maar uitbellen?... Hij blikte schalks op naar Goedele en pinkoogde snel. Dan rechtte hij zich en leunde gemakkelijk met zijne ellebogen op de tafel.
Maar Bob was boos, omdat ik hem niet medenam naar het kerkorgel. »En als ik nu eens niet wegging?» vroeg hij plagend. »Dan schuif ik het raam dicht!» zei ik beslist. »Doe dat dan maar, want ik blijf!» klonk het antwoord. Maar nauwelijks had Bobje dat gezegd, of ik zag hem schichtig omkijken en plotseling het hazenpad kiezen. Jongen, jongen, wat liep hij!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek