United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Warm weertje vandaag, meheer!" zeide Jansje, toen men een eindje voortgewandeld was, en zij meelijden begon te krijgen met het hijgen en blazen van den gezetten heer achter haar. "Ja kind, schrikkelijk, schrikkelijk!" zei Bruis; "is er niemand in den tuin?" "De familie is op den koepel," was het antwoord, "behalve juffrouw Mientje, die daar zit te lezen."

Op het Nassauplein werden zij door Gerard opengedaan, nog vóor Herman gebeld had, en Betsy en Eline repten zich naar binnen, terwijl Henk Dirk eene zorgvolle vermaning over de paarden toeriep. Eline ging aanstonds naar heure kamer. Wat een weêrtje, mevrouw! sprak Mina bibberend, toen zij Betsy's rotonde afnam. Het is of de wereld vergaat.

Zóó warm, dat de paarden in 't land als naar gewoonte kop bij staart en staart bij kop, te vadsig zijn om elkander te verlossen van de hongerige muggen en vliegen, die op hunne beurt, lachen in een weertje 't welk zoo bij uitnemendheid geschikt voor de vermeerdering hunner familie is.

In weerwil van deze niet zeer volledige aanduiding, bereikt de barouchette eindelijk de woning van den grossier-kruidenier-wethouder-vetweijer Janssen, van den vierkanten man met het rondroode aangezicht, die, terwijl hij de pet van zijn hoofd licht, het portier opent, en met een: "Welkom nêf en nicht, bezonder mooi weertje harrejennig!" mijnheer en mevrouw Van Middelnesse in het uitstappen behulpzaam is.

Jan Trom nam plaats op de punt van een stoel, en begon verlegen aan zijne vlassige bakkebaardjes te plukken. "'t Is mooi weertje, niet waar?" vervolgde de meester. "Ja meester, 't is mooi weertje, dat is het," zeide Trom. "En wat is er van uw dienst?" "Van mijn dienst? Niets, niemendal, meester.

Mijnheer maakt bij zich zelven de reflectie dat het hier toch inderdaad ijselijk bourgeois is, terwijl de vrouw van Janssen een gulle, welgevormde, gezonde Juffer-boerin voor deze gelegenheid van boven tot beneden in 't zondagspak, en vuurrood van de eere, die haar en haar huis weervaart gedurig, ja ja, zegt, en dat de femilie 't moar veur lief moet nemen, met de betuiging alweder, dat 't mooi weertje is.

Neel verknutterde zich in zijn warme, zangerige stem. Nog 'n ander slag man dan haar suffe Stijn. Maar Annemie voelde haar buurt bekeven. Alleminse ... wét bi jei grausig.... Ja mins, as 'n roer goed is ken je teuge 'n raauw weertje ... ik ben d'r lieferst op de oceaan as hier onder de walm.... Nou beste siele ... ik licht me anker ... ajusies.... Annemie ... de vijf!...

Jaaije zeg aaltied: as ie tegen geleerde of vernaome lue wat zeggen mut, dan mui je der eerst zoo wat om hen teuten. »~Waorum~ hen?" vrueg ik. »Jao, ai je dat wusten, dan was ter gien »omhen" neudig!" zee Jaaije. »Heerlijk weertje!" zee de jufvrouw, »en wat is er van uw dienst?" Nou, die vraoge völ mij wel wat onverwags op de hoed.

»Goeien morgen...." knorde de administrateur binnensmonds. »Dat komt er nog bij, dat zoo'n lummel je goeien morgen mag wenschen!" »Mooi weertje vandaag, master Perry!" vervolgde Pygmalion luchtig. »Hum, ja.... Wat voer jij hier uit, luiaard?" »Zooals ge ziet, master Perry, ik wandel." »Zoo, wandel jij?" »Heb ik daartoe het recht niet, master Perry?" »Het recht, uilskuiken?" »Ja, het recht!

't Is dan ook een boos weertje geweest: een wind, dat geen vier heerenknechts een mand met bruidsuikers tegen een sluis zouden opgetrokken hebben; en raakt men in dat gindsche vaarwater maar eenmaal grond, dan is het: zie er van af, en wij mogen nog onzen Lieven Heer wel danken, dat er niemand bij omgekomen is, als twee geiten, die verzopen zijn. Ondertusschen, patroon!