Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Grootvader Trom had nog geen woord gesproken, maar eindelijk ging hij naar zijn vrouw, en driftig aan zijn bakkebaardjes plukkende, zei hij op gewichtigen toon: "Griet, 't is een bizonder kind, ik zeg een bizonder kind, en dat is-ie!" "Ik geloof het ook," zei Dik lachend. "Zoo dun, en dan dat geschreeuw. 't Is wél bizonder!"
Moeder Trom stond op, sloeg haar armen om Dik's hals, gaf hem een kus op elke wang, en zei: "Mijn zegen er op, Dik!" Trom trok zoo hard aan zijn bakkebaardjes, dat hij er de vlassige haartjes van in de hand hield, en zei: "Ja, ja, zoo is het goed, en dat is het. Griet, onze Dik is toch een bizonder kind, en dat is-ie!" Tweede Hoofdstuk. De belangrijkste dag uit het leven van Dik Trom.
Trom zat aan zijne bakkebaardjes te trekken. Griet nam eene mand, en vulde die met van alles en nog wat: met brood, een stuk worst, een lestje aardappelen en bloemkool, een hompje zoete kaas, een fleschje met melk en nog meer kleinigheden. "Dik, kun-je dit dragen?" vroeg ze. "Best, Moeder, geef maar hier."
Jan Trom nam plaats op de punt van een stoel, en begon verlegen aan zijne vlassige bakkebaardjes te plukken. "'t Is mooi weertje, niet waar?" vervolgde de meester. "Ja meester, 't is mooi weertje, dat is het," zeide Trom. "En wat is er van uw dienst?" "Van mijn dienst? Niets, niemendal, meester.
Den volgenden dag is het heerschap gekomen. Vader en hij kenden elkander natuurlijk van de jaarlijksche ontmoetingen omtrent Kerstmis. Moeder en wij hebben thans voor het eerst gezien, dat het heerschap oud, klein en mager is, en witte bakkebaardjes heeft. Vader is naar het rijtuig, waarmee het heerschap kwam, geloopen, met de pet onder den arm.
De eerste, die binnenkwam, was een klein ineengedrongen mannetje, met roode wangen en grijze bakkebaardjes. Holmes had een brief uit zijn zak gehaald. "Hoe heet je?" vroeg hij. "James Lancaster." "Het spijt mij, Lancaster, maar de equipage is voltallig. Hier is een half pond voor je moeite. Kom in deze kamer en wacht daar even."
Hij trok een poosje aan zijn bakkebaardjes en zei toen: "Ja, Dik, zie-je, ik heb het altoos wel gezegd: Jan is ook een bizonder kind, en dat is-ie." Veertiende Hoofdstuk. Besluit. 't Gebeurde werkelijk, zooals Flipsen voorspeld had.
En Trom antwoordde, aan zijne bakkebaardjes plukkende: "Ja, dat is het, en dat doet het, maar Dik is ook een bizonder kind, en dat is-ie!" Derde Hoofdstuk. Dik wordt vader, en vrouw Smul begraaft haar neus in een roomtaart. 't Bleef met den winkel onder leiding van Dik en Anneke uitstekend gaan, zoodat men gerust kon voorspellen, dat zij nog eens in goeden doen zouden komen.
Zoodra Dik hoorde, dat het te huur was, zei hij op een avond, toen de winkel op het nachtslot was: "Hoor eens, Vader en Moeder, weet u, dat het huisje hiernaast te huur komt?" "Is 't waar?" vroeg moeder Trom. "Neen, dat weet ik niet." Trom zei niets. Hij keek Dik aan en streek met zijn hand langs zijn dunne bakkebaardjes.
"Zoo'n haast?" "Me vrouw is alleen thuis." "Drukte an den winkel?" "Als alle dagen... Je kan de bakkebaardjes wel wat wegnemen." Het mes schrapte kalmpjes over het vale, hoekige gezicht van den kruidenier. Zachtjes streek het over de koonen, onder den dunnen, langen neus, over de kin. Telkens als het vuile zeepsop op het stukje papier afgeveegd werd, gingen er vragen en antwoorden heen en weer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek