Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
"Maar," bemerkte Jan Verhelst een weinig verwijtend, "hier galmen de stemmen der vogelen, en te huis kouten, zingen en schreien onze kinderen...." "Dit is altemaal te stil, te stil voor eene arme blinde, die slechts nog leeft door het gehoor!" zuchtte de vrouw. "Wat zoudt gij dan willen, moeder?" "In de stad wonen, Jan, zooals men het u heeft beloofd." "Stel dit toch uit uwe zinnen, moeder.
"Mijnheer, mijnheer, mag ik mijne goesting eens doen?" vroeg de hovenier. "Ja, ik wensch dat men Jan Verhelst zijn ongeluk doe vergeten." "En indien het al eenige franken moest kosten, mijnheer?" "Daar moogt gij niet op zien; ik geef u volle vrijheid." "Ha, ha, het zal er stuiven, morgen!" juichte da hovenier. "Hoera, hoera, leve Jan Verhelst!"
Eenige vrienden hadden den jongen heer Vereecken achteruitgetrokken en poogden hem te bedaren. Intusschen hieven een tiental mannen de draagbaar van den grond en stapten er mede weg. "Gij, Jan Verhelst, moet ons volgen om op het gemeentehuis uwe verklaring af te leggen," zeide de burgemeester. "Onmogelijk, ik mag niet," wedersprak de baanwachter.
Niets ontbreekt ons: de grond, de hemel en de menschen zijn ons mild en vriendelijk.... De smid Jan Verhelst is hier koning, en alhoewel die arme koning slechts eenen ouden waggon tot paleis heeft, is hij toch gelukkig en hij zegent den Heer van hierboven voor zijn stil en nederig lot." In zijne geestdrift legde hij den arm over den schouder der blinde vrouw en omhelsde haar.
Allen volgden hem. Toen de groote poort van het gevangenhuis voor hen werd geopend, sprong Jan Verhelst er uit. Omringd van zijn juichend huisgezin, hijgde hij eenige malen bij machtige teugen, als wilde hij zijne borst met de zoete lucht der vrijheid opvullen. Dan hief hij de armen en oogen ten hemel, mompelde eene bede, liep vooruit en riep: "Vrij, ik ben vrij! hoera! hoera!" "Hoera, hoera!
Er is niets aan te doen: mijn bevel is zoo." Jan Verhelst slaakte eenen doffen kreet en liet het hoofd als verpletterd op de borst zakken. Geweld plegen om zijne ongelukkige vrouw te verwijderen, ach, daartoe had hij geene kracht!
Wat hij op aarde liefhad en betreurde: zijn geluk, zijne hoop was daar te zamen. "O, ik bid u, vrienden," smeekte Jan Verhelst met gevouwen handen, "laat ons wat blijven staan! Daar komt mijn arm huisgezin; zij zullen medeloopen tot in de stad. Spaart mij het wreed tooneel hunner eindelooze smart!" "Ja, maar," gromde een gendarme, "wij weten niet of...." "Een oogenblik slechts, uit medelijden!
Slechts dan gevoelde Jan Verhelst zich den moed om naar den waggon te gaan en zijne kinderen te omhelzen. Hij worstelde zooveel hij kon tegen den angst zijner moeder en zijner vrouw en gelukte er eindelijk in, haar te doen gelooven dat de zaak waarschijnlijk zonder erge gevolgen voor hen zou blijven.
Heden, zoohaast gij uwe vrijstelling hebt bekomen, breng ik u allen naar eene goede herberg in de stad, en daar zult gij blijven, totdat ik te Bolderhout eene woning voor u heb doen bereiden." Jan Verhelst en Mie-Wanna vlogen elkander meer dan eens in de armen en mompelden woorden van vreugd en dankbaarheid. "Ach, hoe kan het lot van een mensch zoo keeren!" zuchtte de vrouw.
Vóór den barreel stonden wel vier-of vijfhonderd menschen, wien men uit eerbied voor het gerecht had belet op de spoorbaan te treden. Jan Verhelst, deze duizend nieuwsgierige oogen op zich gevestigd ziende, voelde eene ijskoude rilling door zijne aderen vloeien, en hij liet met eenen verdoofden angstkreet het hoofd op de borst vallen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek