United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij vertelde met korte zinnetjes, hief met gepaste woorden, kort en rap, de pittigheid van een voorval op, en liet, na elken raken zet, op zijn wit aangezicht het dubbele barreel van zijne tanden blikkeren. Biebuyck stak zijn kin vooruit en Donkerwolck pinkoogde. De cither en de viool rondden hunne bruin-glimmende buiken op een stoel, naast het doode kacheltje.

Ik kom hier, zabberde Pacôme half-dronken, al drie avonden te reke, om u te zien. Roy-Dour is zot naar u, en ik heb u wat te vertellen. Roy-Dour, bijgenaamd Marjolene, had binnen het wondere kraal van hare lippen en, zooals Homeros zegt, achter den barreel van hare tanden, welke prachtig waren, de stem van een heeschen belleman.

Ik nam mijne lantaarn, sloot wel zorgelijk de barreelen, hier bij mijn wachthuisje, en ging dan door het ijselijk weder naar den tweeden weg, op een boogschot verder. Daar vervulde ik insgelijks mijnen plicht en bleef volgens gewoonte bij den barreel staan, om den trein af te wachten.

Uit de vensters veler huizen stak eene wapperende vlag, en de baan naar den barreel van den ijzeren weg was van weerszijden beplant met mastboomkens, aan elkander verbonden door festoenen van loof en bloemen. Bij den uitgang der gemeente naar de stad verhief zich een windmolen op eenen heuvel.

Hoe kon, zonder het te beschadigen, zulke klank ooit zulken barreel overschrijden! .... Wat Roy-Dour gemeenlijk te zeggen had en dan ook zonder de minste preutschheid zei, was niet van zulk slag dat het de lompheid van die stem kon doen vergeven. Hare woorden pasten bij hare stem, zooals Anatole's lepelooren bij zijn idioot doorpompenden kemelschedel pasten. Men dronk.

Ja, wie weet, zei Snepvangers, en de man met wien hij dagelijks borreltjes had gedronken scheen reeds zoo ver weggedrongen in zijn herinnering. De trein vertraagde nabij Esschen, stond plots stil. Vreemde marinesoldaten met bloote halzen en kleine potsen stonden op het perron te kijken, één met het geweer op den schouder stond voor den barreel. De vreemde vlag woei op het gebouw.

Vóór den barreel stonden wel vier-of vijfhonderd menschen, wien men uit eerbied voor het gerecht had belet op de spoorbaan te treden. Jan Verhelst, deze duizend nieuwsgierige oogen op zich gevestigd ziende, voelde eene ijskoude rilling door zijne aderen vloeien, en hij liet met eenen verdoofden angstkreet het hoofd op de borst vallen.