Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
"O, God, mijne arme schaapkens van kinderen, wat hebben zij toch misdaan!" morde Jan Verhelst. Maar hij beheerschte zijne smart en zeide met besluit: "Mie-Wanna, versmachten wij ons verdriet, bedwingen wij onze tranen met geweld. De tijd vervliegt. Gauw, zeg mij, hoe gij zijt gevaren sedert mijn vertrek; dan zal ik u van ernstige dingen spreken."
"Ik, mijnheer, om u te dienen," antwoordde Mie-Wanna. "Ik heb bevel u tot uwen man te leiden; volg mij." "Komt, kinderen; kom, grootmoeder," riep Mie-Wanna; "wij gaan vader...." "Ho, ho, zoo niet," onderbrak de sleuteldrager, met de armen open hen terughoudende. "Gij alleen, echtgenoote Verhelst, moogt mij volgen." "En mijne arme kinderen, o hemel?"
Inderdaad, ik ben grootendeels de oorzaak van al wat Jan Verhelst en zijn arm huisgezin hebben geleden. Ik heb de lieden tegen hem opgehitst, ik heb op zijne onmiddellijke gevangenzetting aangedrongen, ik heb hem zijne plaats van baanwachter doen ontnemen. En nogtans vóór het ongeluk achtte ik hem en wenschte niets meer dan hem en zijne kinderen goed te doen!
"Doet uwen plicht en leidt hem naar de stad." Tusschen de twee gendarmes verliet Jan Verhelst zijn wachthuis. Hij keek nog eens naar den waggon, maar bespeurde niemand dergenen, die hem zoo nauw aan het hart lagen. Waarschijnlijk had de edelmoedige substituut hen verwijderd, om hun het wreede schouwspel van huns vaders ongeluk en schande te sparen.
De veldwachter naderde Jan Verhelst en zeide hem, dat een rechter en de substituut van den procureur des konings hem in het wachthuis riepen, om zijne verklaring te hooren. De arme baanwachter kon zijne oogen van de gendarmes niet keeren. Kwamen zij voor hem? Om hem te halen? Zou hij naar de gevangenis? Onmogelijk! Wat had hij toch misdaan?
Dat mijne vrouw het getuige!" "Het is waar, mijnheer," bevestigde Mie-Wanna. "Ik heb u beschuldigd, ik was tegen u verstoord; maar nu zie ik wel, dat ik mij heb bedrogen. O, gij zijt nog altijd even goed!" "Dank, dank," murmelde Frederic diep getroffen. "Geeft mij de hand, goede lieden. Ik zal u een vriend zijn en blijven. Uw lot moet verbeterd worden. Zeg, Jan Verhelst, wat wenscht gij?"
In de gedachte dat de notaris zou sterven en Jan Verhelst door plichtverzuim zijnen dood had veroorzaakt, vonden de dorpelingen eene schijnbaar gegronde reden om zijne vrouw en zijne kinderen te haten; maar zij zouden hen toch niet zoo meedoogenloos gevolgd hebben, indien de oudste zoon van den notaris door zijne onophoudende beschuldigingen en wraakkreten ook de besten niet tot wreedheid had aangehitst.
Niemand toch weet te verklaren, hoe het ongeluk voorgevallen is; het schijnt iedereen onmogelijk, dat eene tilbury op den ijzeren weg komt, wanneer de barreelen gesloten zijn. Er is een man van Bolderhout, die beweert, dat hij eens de barreelen bij uw wachthuis heeft open gezien, terwijl de trein voorbijreed...." "Het is eene valschheid!" kreet Jan Verhelst.
Inderdaad, het Bestuur der spoorbaan had eenen anderen wachter aangesteld. Alhoewel deze insgelijks getrouwd was, had hij de vrouw van Jan Verhelst uit medelijden aangeboden, haar met hare kinderen in den waggon te laten wonen, totdat zij iets stelligs omtrent het lot van haren man zou vernemen.
"Ik had het hem verboden; hij had gedronken, het weder was vervaarlijk...." "Uw knecht is dus afgestapt om de barreelen te openen?" "Eilaas ja, ondanks mijne kreten." "En gij zijt wel zeker, dat de barreelen gesloten waren?" "Geheel zeker." De substituut naderde tot Frederic en zeide hem met teruggehoudene stem: "Gij hebt het gehoord, niet waar? Jan Verhelst is onschuldig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek