Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Jan Verhelst verklaarde bereid te zijn tot de volledigste gehoorzaamheid; maar hij bad met tranen in de oogen, dat men hem toch de schande niet aandede, hem als eenen verachtelijken dief de binden. De griffier las hem zijne verklaringen voor, en hij onderteekende ze zonder aarzelen. "Gendarmes, gij blijft voor den gevangene verantwoordelijk," zeide de rechter.

Een der gendarmes moest hem den arm nemen, om zijnen wankelenden stap te richten. Toen de dichtgeslotene menigte, door den veldwachter teruggedreven, zich opende om het treurige gevaarte te laten voorbijgaan, klonken den armen Verhelst wel wreede en bloedig kwetsende woorden in de ooren.

Dit ijselijk lijden had Jan Verhelst als eene heete koorts vermagerd; hij, de gezonde, de sterke smid, was nu bleek als een kranke, en zijne ingevallen wangen en weggezonken oogen maakten hem schier onkennelijk. De morgen van den zevenden dag was sedert een paar uren aangebroken. Jan Verhelst zat op zijne bank met de handen vóór het aangezicht.

Sidderend weerhield Jan Verhelst zijnen stap. De meesten dezer werklieden kenden hem; velen waren hem oude vrienden. O, hemel! bleef er nog zooveel gal in zijnen beker? De gendarmes grepen hem bij den arm en trokken hem voort. Dan sloot hij werkelijk de oogen en sukkelde wankelend en struikelend tusschen de werklieden door.

Dat Jan Verhelst tot dan bij iedereen voor een eerlijk man en een waakzaam bediende had doorgegaan, wist hij wel; maar hoe kwam het nu, dat hij en zijne vrouw in tranen smolten en van verschriktheid schier niet konden spreken? Zeker, de notaris was hun een vriend; maar dit verklaarde hunnen eindeloozen angst niet. Slechts een schuldig geweten kon zoo diep ontsteld zijn, meende hij.

Jan Verhelst hield de oogen gesloten en veinsde te slapen, om aan de angstige vragen zijner vrouw te ontsnappen, indien zij hare smartelijke bedenkingen wilde vernieuwen. Eindelijk stond hij op en verliet den waggon, om, zooals hij zeide, de baan nog eens te onderzoeken en den eersten morgentrein af te wachten.

"Dit laat zich begrijpen." "Onmiddellijk?" "Zonder uitstel, Frederic. Ik begeef mij naar den onderzoekingsrechter om een bevel van vrijstelling voor Jan Verhelst te bekomen. Ongelukkiglijk zal de rechter op zijn buitengoed zijn. Het ligt aan de andere zijde der stad, buiten het voorgeborcht; maar ik zal mij haasten." "Welnu, substituut, er is plaats in uw rijtuig.

Hij had bevel ontvangen om vrouw Verhelst bij haren man te brengen, en onder geen voorwendsel hoegenaamd mocht hij dit bevel te buiten gaan. "Moeder, kinderen lief, weent zoo bitter niet," zeide Mie-Wanna met verkropte stem. "Ons lot is wreed, maar wij moeten ons onderwerpen aan den wil des Heeren.

Jan Verhelst ging met tragen, aarzelenden stap naar den waggon en poogde onderwege zich zelven wat moed in te spreken. De angst, die hem ontstelde, mocht hij zijner vrouw en zijner blinde moeder niet mededeelen.

Dan, om het liefderijke gepraat van grootmoeder met Sander niet te storen, begon Jan Verhelst fluisterende met zijne vrouw te kouten. Zij spraken waarschijnlijk van hunne kinderen, van de groote hoeveelheid aardappelen, welke zij dit jaar zouden winnen, van Sanders toekomst en van den notaris, die had beloofd zijn beschermer te worden, indien de jongen braaf en leerzaam bleef.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek