United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wel, Vader! het verheugt mij u weer te zien: waarlijk, wij hadden ons niet met dat geluk mogen vleien." "De Heer heeft mij verlost," zeide de monnik, "gelijk Hij Daniël uit den leeuwenkuil verloste." "Wij zijn er beiden heel wat op vermagerd," zeide de Olderman: daarover wel eens nader. Gij komt zeker onze Madzy eens gezelschap houden en daar doet gij wel aan.

Vermagerd, verweerd en bleek van gelaat, had hij verzwakt moeten zijn door het gemis aan den voor zijn leeftijd zoo noodigen slaap! Neen! zijn krachtige natuur weerstond alles. Eenmaal misschien zou hij dit tijdperk van beproevingen duur moeten betalen! Maar het was de tijd niet zich te laten ontmoedigen. Dick Sand had dit alles reeds bij zich zelven nagegaan en Mevr.

Vere telegrafeerde daarop dag en uur, waarop hij Eline zou komen zien. En nu wachtte zij hem, en bestudeerde zij de trekken van heur vermagerd gelaat, en zij vreesde, nu zij zich zoo vermagerd zag, dat zij niet meer die onwederstaanbare bekoring, waarmede zij iederen man won, van zich zou kunnen doen uitstralen.

Het was de stem van Cyprianus. Hij was het waarlijk, maar bleek, vermagerd, door de zon gebruind, met een langen baard, die hem schier onherkenbaar maakte, met kleêren aan het lijf, die door de gebeurtenissen, welke zij beleefd hadden, meer dan geleden hadden.

Haar vermagerd lichaampje was pijnlijk om aan te zien onder hare kleertjes, die ten gevolge der doorgestane vermoeienissen zeer veel geleden hadden en op vele plaatsen deerlijk versleten waren. »Kom, lieve," zei Zermah. »Waarheen?" »Kom maar." »Ik wou toch weten waarheen, goede Zermah," herhaalde het meisje met zachte stem, maar toch met een soort van eigenzinnigheid, aan kinderen zoo eigen.

Zij is schrikkelijk vermagerd en vervallen. Het mag niet lang zoo voortduren, of de gevoelige jonkvrouw wordt zelve erg ziek." Eene lichte spotgrijns trok Disdirs lippen te zamen. "Robrecht Sneloghe was zeker in sher Wulfs Steen, toen gij er kwaamt?" vroeg hij. "Inderdaad, het is niet verwonderlijk." "En hij houdt zich veel meer bezig met Dakerlia dan met haren ongelukkigen vader?

Ik weet niet meer, wat ik nu verkoopen moet. De lamp is alles. Olie is er toch ook niet. Had ik maar geld voor moeder en voor broertje." De gevouwen handjes in haar schoot, keek ze angstig om zich heen. "Drinken," fluisterde eene stem uit de bedstee. Haastig sprong ze op en vloog er heen. Ze schoof de gordijnen weg. Het vreeselijk vermagerd gezicht van een nog jonge vrouw kwam te voorschijn.

Het was een droevig schouwspel dat vroeger zoo lieve gezichtje, nu zoo veranderd en zonder uitdrukking de eens zoo bezige handjes, zoo slap en vermagerd die altijd vriendelijk glimlachende mond verstijfd en het anders zoo mooie, zorgvuldig opgemaakte haar, zoo ruig en verward op het kussen.

Het gezichtje was bleek en vermagerd en tranen kwamen in de oogjes. "Och, lieve Heer," prevelde zij "als moeder maar niet wakker wordt. Och ik ben zoo bang alleen. Och, lieve Heer, en we hebben zoo'n honger, och laat vader toch thuis komen. Als vader maar wist van moeder en van 't broertje. Waarom hebben ze vader ook weggehaald. Hij heeft toch geen kwaad gedaan.

Zij was weer geheel in 't zwart gekleed, als droeg zij rouwkleeren, en haar vermagerd gezicht stond pijnlijk getrokken, met ingevallen wangen en donkere oogen van lijden en angst. Ontroerd was Rozeke opgestaan. "Kom binnen, mejonkvreiwe: zet ou 'n beetsen," verzocht zij het meisje. En met aarzelende stem durfde zij te nauwernood vragen: "Hoe goat 't mee òù? Hèt ou goed geamezeerd op reize?"