Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Meneer Bollekens leek hem een ander mensch geworden: vermagerd, vertriestigd, met een strakke groef van zorg tusschen de gefronste wenkbrauwen. Zijt ge ziek? vroeg de dikkerd. Ik ben niet ziek, antwoordde meneer Bollekens, maar die oorlog... o, die oorlog... hij demoralizeert,... hij demoralizeert...

Ik zag u geboeid in een vreeselijken kerker, bleek en vermagerd, en je riept voortdurend, terwijl de ketens, waarmede je aan den muur geklonken waart, rammelden: 'Bertha, Bertha, waarom verlos je me niet? Zie je dan niet, dat ik hier anders sterven moet?" En opnieuw begon de jonge edelvrouw te schreien.

Dit ijselijk lijden had Jan Verhelst als eene heete koorts vermagerd; hij, de gezonde, de sterke smid, was nu bleek als een kranke, en zijne ingevallen wangen en weggezonken oogen maakten hem schier onkennelijk. De morgen van den zevenden dag was sedert een paar uren aangebroken. Jan Verhelst zat op zijne bank met de handen vóór het aangezicht.

Ook Henk en Paul waren binnen gekomen, ook hen trof aanstonds Eline's vermagerd wezen, maar hoewel zij schrikten, maakten zij er geene aanmerking over. Mevrouw kon de oogen niet van Eline afhouden. Zij wischte zich hare tranen af en vroeg Eline, of zij zich wat wilde verfrisschen op hare kamer. Neen, ach neen, laat maar! riep Eline. Ik voel me wel wat stoffig, maar het komt er niet op aan.

Zekerlijk kwamen deze Kruisvaarders vermagerd, hongerig en met ledige handen huiswaarts; doch, gelijk vermeld wordt, had de generaal der Friezen, Hartwijck, Aartsbisschop van Bremen, eenige beenderen der Heilige Anna, en het zwaard, waarmede Petrus het oor van Malchus had afgehouwen, medegebragt .

Hij is lijdende en vermagerd. 9 November. De kaimans laten ons sedert een paar dagen met rust. Zou dat de uitwerking zijn van onze broze borstwering? Sedert gisteren hebben wij een heuvelketen in het gezicht, volkomen gelijkende op die, door welke wij den tweeden November gevaren zijn.

Een dankbare glimlach kwam het vermagerd gelaat van Spinael beglanzen, terwijl tranen over zijne wangen rolden; hij sprak met ontroerde stem: «Ik zegen den goeden God, dat Hij mij inboezemde bij u mijnen laatsten troost te zoeken, Van Roosemael.

Zoo verliepen er een dag of twee, drie.... Eindelijk kwam hij terug.... precies als de verloren zoon: droefgeestig, vermagerd, misnoegd op zichzelf.... Hij nam mij terzijde, en begon kort daarna te biechten.

Was hij voorbijgegaan, in dezen oogenblik, hij zelf! en toch niet dezelfde meer, zoo bleek, zoo vermagerd, het hoofd gebukt als in diep gepeins, achteloos gekleed; met den ongeregelden stap van den waanzin schreed hij daar voort vlak langs hare woning heen, zonder opzien of omzien, eene schim van zich zelf!

Het Spook spreidde zijn donker kleed een oogenblik voor hem, als een vleugel, en het weder wegtrekkend, liet hij hem een kamer bij daglicht zien, waarin een moeder en hare spelende kinderen zaten. Eindelijk deed zich de langverwachte klop hooren. Zij haastte zich naar de deur en ging haren echtgenoot tegemoet; een man wiens gelaat, hoewel nog jong, door zorgen vermagerd was.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek