Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
"Wat daarvan zij, Disdir, het is haar geheim." Eene zenuwtrekking schokte Disdirs leden, en een zucht ontsnapte hem. "Dit behoefde ik u niet te vragen, Robrecht", zeide hij, "ik wist het sedert lang. Het is eene andere vrees die mij als een venijnige worm aan het harte knaagt. Indien gij, Robrecht, voor Dakerlia hetzelfde gevoel koestert, ben ik veroordeeld tot levenslange hopeloosheid.
"Eilaas, daaraan denken wij niet meer", zuchtte Robrecht. "Late de goede God Dakerlia's vader genezen! Andere wenschen voeden wij niet; anders vragen wij niet in onze gebeden." Er lichtte eene vonk van blijdschap in Disdirs oogen; want de treurige woorden van Robrecht bevestigden de verborgene hoop zijns harten. "Ik twijfel niet, of wij zullen u binnen acht dagen te Veurne zien", zeide hij.
Luister en onderbreek mij niet; het kon voor mij gevaarlijk worden, indien men bemerkte dat ik zoolang in geheime samenspraak met u blijf. Onmiddellijk nadat ik uit den burg was gegaan, hield ik mij bezig met het vervullen mijner belofte. Natuurlijk richtte ik mij naar sher Disdirs Steen. Daar woont eene oude meid, die mijn biechtkind is. Van haar vernam ik wat ik u heb gezegd.
Zij is schrikkelijk vermagerd en vervallen. Het mag niet lang zoo voortduren, of de gevoelige jonkvrouw wordt zelve erg ziek." Eene lichte spotgrijns trok Disdirs lippen te zamen. "Robrecht Sneloghe was zeker in sher Wulfs Steen, toen gij er kwaamt?" vroeg hij. "Inderdaad, het is niet verwonderlijk." "En hij houdt zich veel meer bezig met Dakerlia dan met haren ongelukkigen vader?
Onder het uitspreken dezer woorden verwijderde hij zich met den kastelein door de duisternis.... Dienzelfden avond en bijna op hetzelfde uur, zaten Dakerlia en Witta nevens elkander in eene kamer van sher Disdirs Steen. Hunne oogen waren rood van weenen; de lange treurnis moest hunne krachten uitgeput hebben, want zij zaten daar met hangend hoofd, beweegloos en zwijgend.
"Welnu, kanunnik, brengt gij mij eenige tijding?" vroeg hij met verdoofde stem, om niet door de over en weder gaande Kerels te worden gehoord. Ludgard knikte bevestigend. "Gij weet waar zij zijn?" "Ja; men heeft hen opgesloten; en men houdt hen gevangen in eene benedenkamer van sher Disdirs Steen, in de Moerstraat." "Hemel! zij zijn dus waarlijk in de macht van Disdir Vos!" kreet Robrecht.
In Disdirs oogen fonkelde nog de nijd, en zijne lippen waren scherp gesloten; maar Robrecht en Burchard meenden te mogen denken dat deze zure uitdrukking slechts het gevolg was van het geweld dat hij op zijn hart deed, om zoo beslissend eene lange hoop te verzaken. Zij mistrouwden zijne oprechtheid niet en prezen hem integendeel om zijn moedig besluit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek