Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


"Ik, mijnheer, om u te dienen," antwoordde Mie-Wanna. "Ik heb bevel u tot uwen man te leiden; volg mij." "Komt, kinderen; kom, grootmoeder," riep Mie-Wanna; "wij gaan vader...." "Ho, ho, zoo niet," onderbrak de sleuteldrager, met de armen open hen terughoudende. "Gij alleen, echtgenoote Verhelst, moogt mij volgen." "En mijne arme kinderen, o hemel?"

Elk zal weggaan met een stuk van mijn leven. Zal ik dan niet bezwijken, niet sterven? O, God, hebt Gij ons geheel verlaten? Is er geen medelijden meer in den hemel voor rampzaligen als wij?" De deur des kerkers werd geopend, en de sleuteldrager, die tot dan vóór het kijkgat op wacht had gestaan, trad binnen. "Het halfuur is verloopen," zeide hij. "Vrouw, kom, volg mij zonder uitstel."

Een scheurende kreet bonsde op uit de angstige borst van Mie-Wanna. "Hem verlaten, verlaten?" riep zij als krankzinnig. "Neen, neen! Ruk mij de armen van het lijf. Ik geef om niets meer: ik smeek om den dood als om eene opperste weldaad!" De sleuteldrager vatte haar den arm, en terwijl hij haar poogde weg te leiden, mompelde hij aan des baanwachters oor: "Wees redelijk, vriend, en help mij.

"Een half uur moogt gij te zamen zijn," zeide de sleuteldrager, "ik blijf vóór het kijkgat de wacht houden en zal u komen halen, vijf minuten vóór twaalf uren, zoo is mijn bevel." De baanwachter drukte zijne echtgenoote eene wijl zwijgend in de armen. Stille tranen ontvloten beider oogen, en toen hun de spraak terugkwam, konden zij nog niets anders zeggen dan: "Goede Mie-Wanna, beminde vrouw!

De sleuteldrager sloot de cel toe, en de substituut verliet de gevangenis met ware deernis in het hart. Dienzelfden voormiddag verliet een ongelukkig huisgezin het dorp van Bolderhout. Mie-Wanna, de moedige vrouw van den baanwachter, stapte vooruit in den aardeweg, met het kleine Barbeltje op den arm. Driesken liep aan hare zijde.

Mie-Wanna worstelde eene wijl tegen den sleuteldrager; doch op de smeekingen van haren man verzaakte zij eindelijk allen weerstand, borst in overvloedige tranen los en zuchtte: "Leid mij weg; alles is mij onverschillig...."

Nu? nu is hij nog niet bekwaam om korporaal, gendarme of sleuteldrager in eene gevangenis te zijn. Ondersta uw lot, verstooteling: de weg der beschaving en des voorspoeds is voor iedereen geopend; voor u alleen, Vlaming, voor u alleen gesloten! Eindelijk, veertig jaar.... De Vlaamsche aanhoudendheid heeft zijnen arbeid vruchtbaar gemaakt; hij is burger, hij drijft handel.

Zie die ongelukkige schaapkens in tranen smelten! Zijne oude blinde moeder zal kwalijk vallen.... Wees barmhartig: God zal het u loonen in Zijnen hemel!" "Medelijden, o medelijden!" kreet de grootmoeder. Maar wat ze ook baden en smeekten, de sleuteldrager, alhoewel schier minzaam in zijne woorden, bleef koel en onverbiddelijk.

Hij had in de gevangenis gedurende de eerste dagen geen ander levend wezen gezien dan den sleuteldrager, een stom en somber menschenbeeld, dat om zijn eten te brengen of hem te bewaken, ging en kwam als een spook zonder gevoel of spraak. Gisteren was de aalmoezenier hem wat godsdienstigen troost komen brengen, doch uit hem had hij niets vernomen.

Zij waren reeds een eind verre door eenen somberen gang gevorderd, toen de sleuteldrager met medelijden haar zeide: "Zoo, zoo, gij zijt de vrouw van Jan Verhelst, den baanwachter, die den dood van twee menschen heeft veroorzaakt door verzuimenis van zijnen plicht?" "O, mijnheer, het is niet waar. Wees zeker, hij had de barreelen gesloten." "Natuurlijk, anders moogt gij niet spreken.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek