Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Wij zullen in de lucht springen! Neen. De verblindende schijf verwijdert zich, zij nadert Hans, die haar rustig aanziet; mijn oom, die nederknielt om haar te ontwijken; mij, die verbleek en ril onder den glans van het licht en de warmte; zij draait rond bij mijn voet, dien ik tracht terug te trekken. Het mag mij niet gelukken.

Als hij aan haar dacht voelde hij zijn oogen opengaan, wijd staren, als in extase, op iets schoons-nog-nooit-gezien; als hij terugzag, in herinneren, een klein bewegen van haar maagdenlijf, een schokje in haar trekken, of een blik..., dan ging hem een ril van verrukking kil over den rug....

Mijn vader kwam nader, en toen hij den Franschman zag en Frederik, zeide hij, dat de zaak nu wel zou schikken. "Maar," voegde hij erbij, "schout, nu naar uw huis, want ik ril in mijn binnenste van de koû en ben doornat." "Dat zeg ik ook, mijnheer, wij zijn ook al mooi doorgeweekt."

Paul had, bij z'n eerste naar-buiten-komen, de avondkoelte met een ril van verraste verkwikking teruggevonden; hij hield er tóch altijd van te loopen in de herfstavonden, tusschen het kille geritsel der droge bladen, maar nu vooral had hij 't met reikhalzend verlangen vóór zich gevoeld als een genotvolle rust, een wellust voor z'n gloeiende slapen.... En daar waren dadelijk die gedachten weer, die hem opnieuw warm en gejaagd maakten, niet-in-staat tot genieten.... Beklemd, bijna angstig, wachtte hij 't oogenblik af dat Louis zou beginnen met z'n vragen.

Daarachter kon ze alleen liefde ontmoeten. Had haar vader haar nu nog niet genoeg beproefd? Zouden ze nu niet gauw opendoen? "Vader, vader!" riep ze, "laat me toch binnen. Ik heb 't zoo koud, ik ril 't Is hier buiten zoo vreeselijk!" "Moeder, moeder; u hebt zooveel voor me gedaan! u hebt zoo dikwijls bij me gewaakt! Waarom slaapt u nu?

Kijk, daar is een beetje zon, over de zee ... Men smacht hier naar de zon ... O, ik woû, dat de zon even doorbrak ... Het is hier zoo treurig, zoo treurig!.... Wat kan ik me goed Oswalds klacht begrijpen in "Gespenster", als hij krankzinnig wordt: De zon! De zon! Men zoû hier bidden om wat zon en men krijgt niets dan dat glansje daar in de verte.... O, ik ril!

Ik kan u zeggen, dat ik er van ril en beef: en dan, hoor ik, heeft Pulver verteld, dat gij een zakje met geld van dien fielt hebt ontvangen. Is UEd. altemet een compagnon van Cartouche en Jaco? On apprent a hurler, dit l'autre avec les loups. En ik mag Van Baalen wel waarschuwen; anders gaat gij nog met de kas strijken, en dan zou hij inderdaad de ongelukkigste man der wereld worden.

Ik ga een brits beslapen, met òndergoed aan 't lijf, en bruine boonen eten... ...ik ril terwijl 'k dit schrijf!

Een paarse kaftan en wit geweven schoudersjaaltje. De zoele, gebroken lucht. De wind. Maar nog geen regen, al is er al vochtigheid. Wij gaan heel langzaam en waardig, zooals de muziek ons laat gaan. Alle menschen van de "Hut des Vredes" komen uitgeloopen. Een heel klein steegje en een heel klein huis. Daarin wij wegduiken. Ik ril. Morgen begint haar het slaafsche leven. Hamame is getrouwd.

PUCK. Drie? nog een verwacht ik hier; Twee van iedre soort is vier; Daar komt ze aan, van weedom vol; Guitig is Cupido's rol, Arme meisjes maakt hij dol. HERMIA. O wat vermoeiing, welk een leed! ik ril; Door dorens fel geschramd, door dauw bespat; Zelfs kruipen gaat niet meer; drijve ook mijn wil Mij immer voort, ik ben te moe, te mat; Ik vlij mij neer.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek