Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Neen. Maar Omar en Osko hebben de wetten van den Profeet niet zoo diepzinnig bestudeerd als ik. Zij zouden in verzoeking kunnen komen, als zij nu binnen kwamen; dat wilde ik voorkomen. Zij moeten zich niet te verwijten hebben, dat zij hun zielen verontreinigden met de lucht van vleesch en bloed, dat in de darmen gestopt en daarin gerookt werd.
En daar onze goede Afrit ongewapend is, moeten wij hem beschermen. Osko en Omar moeten hem tusschen zich in nemen, en gij rijdt vlak achter hem. Kijk goed uit, en ziet ge iets verdachts dan weet ge wat gij te doen hebt. Laat dat gerust aan mij over, Effendi! Als ik dien Suef maar ruik, is hij er geweest ook. De Hadschi had mij goed begrepen.
Kan ik soms gaan? Neen, gij zult rijden. Man, gij weet alles! Maar indien gij werkelijk zoo slim zijt, als gij u voordoet, zeg mij dan ook eens, waar ik heen rijden zal. De anderen achterna. Waartoe? Om ze te zeggen, dat ik Karanirwan zoek. Groet ze van mij en zeg hun, dat zij een volgenden keer zich niet in water, maar zich zeker, in hun eigen bloed, zullen baden. Osko hielp mij naar buiten.
Juist toen hij bukte, vatte ik hem bij zijn nek en haalde hem omhoog. Mijn greep had ten gevolge dat hij z'n armen slap liet hangen en angstig naar lucht hapte. Osko raapte het pistool op en stak het bij zich. Ik gaf den kleermaker een slag, met mijn linkerhand, op zijn hoofd en zette hem op den grond voor mij neer. Hier blijft gij zitten, en verroert u niet, beval ik hem.
Niemand weet zelfs dat hij vermoord zou worden, dan gij alleen, Toma! De bode sprong van schrik op. Gij kent mij dus? riep hij ontsteld. Ja, wel zeker, en die dáár kennen u ook! Ik zette den tulband en den bril af, en wees naar de deur waardoor Osko, Omar en Halef juist binnen kwamen. De man stond een oogenblik als versteend van schrik, want nu herkende hij mij. Ik moet weg! Spoedig weg.
Daarom waarschuwde Halef hem: Maar ik zeg u, telkens als gij, naar mijn oordeel te zacht slaat, krijgt gij er een met mijn zweep. Doe dus uw uiterste best! Osko, vraag de zweep van den Effendi en ga aan de andere zijde van dezen al te zachtzinnigen man staan! Zoodra ik mijn Kurbatsche op hem laat neerdalen, doet gij hetzelfde met de uwe. Dat zal hem opwekken, om onze tevredenheid gaande te houden.
Osko had hem nog te rechter tijd bij de gewapende hand gegrepen, en ook ik hem bij zijn strot gepakt. Halef was ook terstond bij mij en wrong den andermaal overweldigde het mes uit de hand. Doorzoek alles wat hij aan heeft en op zijn lijf kan hebben, terwijl ik hem vast heb! zeide ik.
Deze moet dan in de herberg blijven bij Osko en Omar. Hen wil ik niet aan eenig gevaar blootstellen. Op dien terugweg zult gij wel eenig teeken van mij vinden. Dat is hetgeen, wat wij vooruit moeten afspreken. Iets naders valt echter niet vast te stellen. Maar nu zullen wij ons gesprek eindigen, want wij hebben rust noodig en zullen trachten ons door den slaap te verkwikken.
In 's hemels naam dan! Als ik uw paarden moest betalen, zou ik mijn huis er voor moeten verkoopen! Ik zal mee de wacht houden. Doe dat, en breng ons nu iets te eten. Wij aten, en een uur later haalden Osko en Omar den draagstoel uit het huis van den slager. Ik zette mij er op, en scherpte het den waard nog eens in, hoe hij te handelen had, en ging toen op weg. De twee genoemden droegen den stoel.
Ik vermoedde dat Suef mijn doel had doorzien en met de schuit eerder hoopte aan te komen dan wij dit met de praam zouden kunnen. Als hij dan vlug te paard steeg, kon hij in vollen galop rijdende, ons nog uit het gezicht komen. Aan de sporen, die hij zou achterlaten, dacht hij niet. Intusschen kwamen ook Halef en Osko ijlings naar mij toe. Sihdi, de schurk vaart met een schuit over, meldde Halef.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek