Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Al sprekend had de kommandant zich te lij over de leuning gebogen. Hij zweeg een poosje, haalde een paar maal diep adem door zijn neus en trok mij toen naar zich toe: Kom eens hier, maat, haal je neus eens goed op, ruik je niets, haal op dan! Ik ruik waarlijk niets kommandant! Niet? dat komt omdat jij zoo lamlendig je neus ophaalt; haal eens ferm op! 'k Ruik waarachtig niets!

Zij staan mij voor den geest, ook in hun noodlottig stilliggen, in die treurig heldere tusschenpoozen, die den dood voorbeduiden. Nog zie ik al dien droevigen toestel van zuurdeeg om af te trekken, van natte omslagen om terug te drijven; dien gewichtigen overgang van afwasschende tot prikkelende middelen. Nog ruik ik de kamfer en de muscus, die de omstanders zoo zeer plegen te verschrikken.

Nu dan is 't de ongewoonte, ik wel. Ik ruik 't land! D

En daar onze goede Afrit ongewapend is, moeten wij hem beschermen. Osko en Omar moeten hem tusschen zich in nemen, en gij rijdt vlak achter hem. Kijk goed uit, en ziet ge iets verdachts dan weet ge wat gij te doen hebt. Laat dat gerust aan mij over, Effendi! Als ik dien Suef maar ruik, is hij er geweest ook. De Hadschi had mij goed begrepen.

Ik ruik er niets dan den theeketel, die nog lang niet dikwijls genoeg gebruikt is om niet te stinken, en ik zie er, behalve de voormelde poes, niemand anders dan mijn deftigen oom, die met den rug naar het vuur gekeerd, en met de handen op dien rug, beschenen wordt door de vier waskaarsen op de vergulde lustres aan zijn schoorsteen, en wiens beeld zich weerkaatst in den spiegel tegenover hem.

Als je die scènes van Beethoven zingt: Ah, Perfido! dan ruik ik altijd verveine, vooral bij een der laatste hooge passages. Als je het eens later zingt, zal ik je zeggen wanneer. Ange schaterde. Maar, meneer Vere, hoe heerlijk zoo geparfumeerd te zijn! Allen lachten meê en Vincent scheen ook zeer opgewekt. Het is toch waar, parole d'honneur.

En wat U betreft, Lijk, ik denk gij zijt een voortreffelijke mest, maar hinderen doet dit mij niet, Ik ruik den zoeten geur der bloeiende witte rozen, Ik strek mij uit naar de gebladerde lippen, ik strek mij uit naar de gladde borsten der meloenen.

"Neen," antwoordde hij zuchtend, "sinds gisteravond niet meer. Ik was verloofd nu ken ik er maar één, en dat ben jij, mooi-Ann." "Dat is beter dan een ander," lachte ze. "Ben ik niet mooi?" Ze nam een roos, die ze op haar kleed had gedragen. Die gaf ze hem. "Ruik aan deze roos, als je niet meer aan me denkt." Hij kuste haar.

Maar die stille klabak het dat netuurlijk bespeurd, en jawel, 'n uur later, da'k op de Mauritskade de huize langs leur, wor 'k van die straat opgenome. "Nou schrikt ondergeteekende nooit. Maar zoodra ik gearresteerd wor, ruik ik lont, en door me sterke zelfbeheersching weet 'k da'lijk me rol.

Ja, ja, antwoorde zij met een vriendelijken glimlach, dat is meel, Rémi, en mooi tarwemeel ook; ruik maar eens hoe lekker het riekt. Als ik gedurfd had, zou ik gevraagd hebben, waartoe dat meel moest dienen, maar juist omdat ik het zoo graag weten wilde, durfde ik er niet over praten.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek