Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Men neemt 1 k. water, 2 p., 5 o. gebuild roggemeel en wat zuurdeeg, ter grootte van een kleinen appel. Het water wordt gewarmd, met het zuurdeeg en een gedeelte van het meel tot een dikken brij gemaakt, dien men met meel bestrooit en, een nacht over, op een warme plaats zet.

De kaasstof door lebbe afgezonderd heeft als deze de eigenschap dat zij versche melk stremt, echter niet in dien graad dat men zulke kaasstof, even als het zuurdeeg bij het broodbakken, met voordeel bij de kaasbereiding kan gebruiken.

Men maakt van ongebuild tarwemeel met heet water een deeg, dat gedurende den nacht op een matige warme plaats moet blijven staan. Geen zuurdeeg of gist of zout noch eenige specerij mag met het deeg in aanraking komen. Den volgenden dag maakt men van het deeg kleine ronde brooden, legt ze in een heeten bakoven en laat ze er vijf kwartier of anderhalf uur in.

Eerst toen de Duitsche statenstichters onder de Galliërs optraden, verkregen zij het zuurdeeg, met behulp waarvan een brood gebakken werd het hekwerk langs welke de Fransche wijnstok zich uit de verslapte Romeinen-wereld omhoog kon heffen, en tot eene groote en zelfstandige Europeesche volkenplant kon opwerken.

Als men karnemelk heeft om in de plaats van water te gebruiken, wordt het brood smakelijker, maar dan neemt men slechts de helft van het opgegeven zuurdeeg. Geldersch Roggebrood. 4 p. roggemeel beslaat men met 1 1/2 k. laauw water, 1 lepel zout en 1/2 o. gist. Dit wordt met de handen goed doorwerkt; men vormt er een brood van, en laat het dan, op eene warme plaats, een uur rijzen.

De laatstgenoemde geslachtsnaam komt ook, half verfranscht, als De Casembroot voor. Te Monster in het Westland ziet men, aan eene herberg, nog »Kaas en brood" als uithangbord. Tot het bereiden van brood is koorn noodig; en ook zuurdeeg. Deze woorden zijn ook tot geslachtsnamen geworden; namelik als Broodkoren, Broodcoren, Brotcorne, en zelfs in versletenen form en als vadersnaam Brocorens.

Zij staan mij voor den geest, ook in hun noodlottig stilliggen, in die treurig heldere tusschenpoozen, die den dood voorbeduiden. Nog zie ik al dien droevigen toestel van zuurdeeg om af te trekken, van natte omslagen om terug te drijven; dien gewichtigen overgang van afwasschende tot prikkelende middelen. Nog ruik ik de kamfer en de muscus, die de omstanders zoo zeer plegen te verschrikken.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek