Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Waarop ik 't milletaire saluut voor mijn spiegelbeeld miek en zei, dat opvoeding niet in de lappe zit, maar wel in 't hoofd. Want dat ik daar net zoo goed sting as generaal as zijn eksjellentie, uitgezonderd enkel me dege, die voor de president op tafel lei. "Herkent u hem ook?" vroeg de president toe' an Jhr. v. d.

En je krygt ulevellen... en als je 'r niet meê terecht kunt, zei de moeder, vraag het dan maar aan Stoffel. Wel zeker, ik zal je telkens zeggen wat rymt, 't is heel makkelyk... Wouter had er wel zin in. Hy ging naar de achterkamer, nam een lei, en schreef er op. Maar mooi was 't niet. Ook kon-i maar niet verder komen dan: Een weduwnaar van God... O God, een weduwnaar...

Ze was nu geheel anders en statig van schoonheid. Straatjes, stegen, sloppen, daken vervloeiden tot 'n gedaantelooze sneeuwromp. Over de modderkeien effende zwaar de sneeuw sneeuw lei op de karren, op de buigende huifjes. Al 't gore, vuile, verweerde, verbrokkelde, school achter het wit verkoelend geraas.

Vrees echter niet, lezer, dat de zon te heet schijne; hooge linden werpen schier overal hunne koele schaduwe op den weg. Aan de Gentsche poort is in de laatste jaren eene groote wijk ontstaan, met fraaie huizen, breede straten en belangrijke nijverheidsgestichten. Links, over de Lei, ligt een afgegraven meersch.

Indien men eene wage had, op welker eene schaal men alle deze vergaderde ziekten en zuchten kon stapelen, en men lei daartegenover op de andere het muzikaal gevoel ja, leg er het muzikaal gehoor maar bij! deze laatste zou ongetwijfeld omhoog gaan.

Maar verder uit, breed uit ging het machtige vaarwel uitgalmen. En het strekte over de vele jaren achterwaarts: het ontbond het gansche verleden! Hij keerde zich naar Doxa, wiens hoofd onder het schouwkleed en in een blonde verve krullebolde. Niet waar, Johan? Ja ja .... zei Doxa. Het is een droevig geval. Gebenedijd zij de naam van God! Simon lei zijne hand op Lazare's arm.

Zeker! Zeker! laat mijnheer dadelijk binnenkomen. Ik lei mijn hoed en handschoenen naast mij neer en trok haastig mijn overjas weer uit, omdat ik, naar ik meende, een Wethouder der gemeente, die mij de eer van zijn bezoek gunde, niet in haast mocht ontvangen.

Het was de rekenlei, waarop gekrast werd, want er was een verkeerd cijfer in de som gekomen, zoodat het niet veel scheelde, of zij viel geheel uit elkaar; de griffel huppelde en sprong tegen de lijst van de lei op, alsof het een kleine hond was, die aan de som wilde helpen; maar hij kon dit niet. En toen jammerde het ook in het schrijfboek van Hjalmar. O, dat was vreeselijk om aan te hooren!

Immers de pokken wilden niet uitkomen, en de geneesheeren wisten geen ander middel daartoe aan de hand te doen, dan dat een jong, gezond persoon, na het innemen van een zweetmiddel, zich bij den zieke te bedde lei en, door zijne natuurlijke warmte, bij dezen de uitwaseming opwekte.

Zij ging naast hem staan en leî haar handen op zijn schouders. Zij boog tot aan zijn oor en fluisterde: Ik moet je nog altijd iets zeggen. Zoo, wat dan, vroeg hij vriendelijk en belangstellend, en stuurde aandachtig zijn oogen schuin langs haar heen naar den wand, om goed op te letten. Haar haren, die nog niet heelemaal opgemaakt waren, maar slapjes over haar voorhoofd hingen, raakten zijn wang.